II
JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGUE.”
omstandigheid, dat onder de drie huizen, welke in aanmerking kwamen
voor deze bijzondere plechtigheid er een is, dat der Gemeente toebehoort.
Namens de burgerij sprak hij zijn dank uit voor wat „Die Haghe”
deed en aanvaardde hij den steen.
Vernielden wij tenslotte nog dat voor den tekst der opschriften der
gevelsteenen de hulp werd verkregen van Dr. H. T. Colenbrander. De
kernachtige en tevens duidelijke woorden zijn zóó gesteld, dat ze de
beteekenis van elk der drie mannen uitdrukken, tot ieders gemoed on
middellijk moeten spreken en ten allen tijde de herinnering aan dezen
gedenkdag zullen opwekken.
Een tweede gedenkplaatonthulling had plaats op den i8en September
in het gebouw van de Landsdrukkerij. Ditmaal niet door, doch onder
de auspiciën der Vereeniging „Die Haghe.” Men bracht er deze aan
ter herinnering aan de onafgebroken vriendschap tusschen Amerika en
Nederland gedurende meer dan drie eeuwen.
Daar ter plaatse was in 1782 het eerste Amerikaansche gezantschap.
Vandaar dat „the Albany institute and historical and art society” zich
in verbinding had gesteld met de Vereeniging „Die Haghe”, om deze
plechtigheid mogelijk te maken. De plaat vertoont o.a. de wapens van
de Vereenigde Staten, Nederland, het instituut te Albany en ’s-Gravenhage
en het opschrift luidt: 16091913. God zij met ons. In God we trust.
In token of more than three centuries of enduring friendship and of the
manifold debt of the people of the United States of Amerika to the
Netherlands, the Albany Institute and historical and art society gratefully
rears this memorial. September 1913.
De Heer W. Elliot Griffis, gemachtigde van bovengenoemd instituut
en de vertegenwoordigers der Vereenigde Staten en der Nederlandsche
Regeering voerden achtereenvolgens het woord.
Er was veel belangstelling en de plechtigheid had een mooi verloop.
Een woord van hulde mag in dit verslag niet ontbreken aan den Heer
W. P. van Stockum Jr., onzen Penningmeester, die door zijn voordracht
over: „Dutch Merchants and sailors of the Past”, de plechtigheid zoo
zeer opluisterde.
Kan op de vergaderingen en laatstgenoemde plechtigheden met zeer
veel voldoening worden teruggezien, minder reden tot tevredenheid is
er over de gehouden excursies.
De voorjaars-excursie betrof een bezoek aan de Rotterdamsche havens
inplaats van aan het slot Loevestein, zooals oorspronkelijk het plan was.