I
I
JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING
„DIE HAGHE” OVER 1914.
■Ml
Dames en Heeren,
LWEER is het oogenblik daar, U verslag te geven van den toestand
onzer Vereeniging.
Alvorens hiertoe over te gaan wilde ik U allen even in herinnering
brengen, dat in het afgeloopen jaar is heengegaan een man, die veel,
heel veel voor de Vereeniging die Haghe gedaan heeft, veel meer dan
het groote publiek weet en wiens overlijden zeer door ons betreurd
wordt. Ik bedoel Mr. Goekoop, wiens ontijdige dood ook U allen diep
getroffen zal hebben. Hij was het, die dikwijls de Vereeniging het een
of ander plan hielp verwezenlijken door den milden steun, dien wij
van hem mochten ontvangen.
Zijne nagedachtenis zal ongetwijfeld bij „die Haghe” in eere blijven.
In afwijking met de gewone afwikkeling van zaken bij het uitbrengen
van het jaarverslag wilde ik ditmaal beginnen met hetgeen gewoon
lijk het laatst behandeld wordt, nl. het aantal leden der Vereeniging.
De ernstige tijdsomstandigheden hebben zich bij ons zeer doen gevoelen
door het groote aantal opzeggingen, wat naar ik hoor ook bij vele
andere vereenigingen het geval is; een schrale troost echter!
Volgens het jaarverslag over 1913 van mijn voorganger Mr. Philippe
la Chapelle, doch door mij verleden jaar uitgebracht, bedroeg het aantal
leden over 1913:
7 op leden, waaronder nieuwe leden, terwijl 49 leden afvielen,
hetzij door opzegging of door overlijden.
Minder euphèmistisch uitgedrukt begon het jaar 1914 dus met 645 leden.
Gedurende het jaar 1914 kwamen er 42 nieuwe leden bij tegen 7 in 1913.
Het aantal opzeggingen gedurende dienzelfden tijd bedroeg echter ioj
tegen jp in 1913.