I I JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHe”. I 19 I 1 I Uitstapjes. Wat een verschil met het vorige jaar! Want beide, zoowel de voor- jaars als zomerexcursie zouden niet alleen doorgaan, maar de opkomst was rijkelijk enhet weder hielp mee om ze goed te doen slagen. Door de groote bereidwilligheid van H.M. de Koningin werden de leden opnieuw in de gelegenheid gesteld Hare landgoederen onder Wassenaar te bezichtigen. Op Woensdag 3 Juni trok een 80 tal per sonen eerst naar het Huis ter Horst om aldaar het fraaie intérieur te bezichtigen met zijn oudheden, waarna eene wandeling gemaakt werd over Eikenhorst en Raaphorst tot het Hotel den Ouden Deyl, waar de inwendige mensch versterkt en verkwikt werd. ’s Middags werd de tocht voortgezet naar de schoone buitenplaats Duinrell van de familie Van Pallandt, waar, na heerlijke rondwandeling, van Mej. Johanna Naber op Dinsdag 21 April lezing en wel voor die in het zaaltje Unitas. Het onderwerp was: „Betje Wolff en Aagje Deken als opvoedsters”, terwijl Dr. H. E. van Gelder deze lezing aanvulde met eenige opmer kingen over het feminisme aan het eind der 18de eeuw. Mejuffrouw Naber toonde aan, hoe de beide schrijfsters in haar werken, zoowel romans als stukken over opvoedkunde, hare denkbeelden uiteenzetten, hoe zij streden voor de vrije natuurlijke opvoeding in een tijd waar juist deze zoo gekunsteld was en hoe hoog beide kinderlooze vrouwen het moederschap stelden. Dr. van Gelder’s causerie behandelde eerst de meening van Betje Wolff over het recht der vrouw op zelfstandigen arbeid, daarna eene redevoering, welke eene eenigszins verfranschte Elollandsche dame hield in een der Parijsche Jacobijnenclubs over de rechten der vrouw op deelneming in het staatsbestuur en ten slotte eene brochure tijdens de Bataafsche Re publiek verschenen, welke voor vrouwenkiesrecht thans nog op haar plaats zou zijn, terwijl hij er den nadruk op legde, dat de denkbeelden, door Mej. Naber en door hem medegedeeld nu nog aan velen nieuw en vooruitstrevend voorkomen en toenmaals reeds met dezelfde bewijs gronden verdedigd of bestreden werden als tegenwoordig. Het publiek, dat in grooten getale aanwezig was, dankte met warmte beide sprekers door luiden bijval. Hiermede namen de lezingen vóór het zomerseizoen een einde en werden plannen beraamd om samenkomsten in bosch en veld te doen plaatshebben.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 424