4 November 1850 het gebouw van den
zoodat op elk vierde gedeelte een som kwam
overleed
2)
3)
4)
van Sandenburg, overleed reeds den 3
bij de afwikkeling de gemachtigde zijner
1) Hij
van hen vóór de definitieve liquidatie over-
Waarlijk het besluit, dat zij te zamen namen, om de „aloude”
eens zoo „illustere” Confrérie te ontbinden en de bezittingen te
liquideeren, was niets minder dan redelijk. Trouwens er kwam
nog iets bij. Alle stukken en bescheiden, benevens de gelden, die
bij den heer Van Westreenen geweest waren, waren onder be
rusting gekomen van den Minister van Financiën. Er was dus nood
zaak om op te treden. Toch duurde het nog tot 1850 vóórdat de
zaak haar beslag kreeg. Toen werd er een overeenkomst gesloten
tusschen de vier heeren,
i°. Om alle goederen, effecten, documenten, charters, registers
en papieren in der minne en bij weigering door middelen regtens
te vorderen van den Minister van Financiën.
20. Over te gaan tot ontbinding der Confrérie, en tot verdeeling
der goederen, tusschen hen als laatst overgeblevene leden van
gezegde Confrérie.
30. Om, mocht een
lijden, zijn erven tot zijn rechtverkrijgenden aan te wijzen.
De heer van Lynden
Augustus 1850, zoodat
erven optrad.
Men begon met den
Doelen aan den heer J. J. van Santen, reeds sedert jaren kastelein,
te verkoopen voor 36.000. Het geheele bedrag der zoodoende
daarna te verdeden bezittingen in geldswaarden beliep f 53.622,34®,
van 13.405,58s.
trouwens? Menschelijkerwijze gesproken was er aan de Confrérie
niets meer te doen. Slechts 4 leden immers waren er nog over, die
allen weinig meer van het leven te verwachten hadden. Het waren
de heeren
A. W. C. baron van Nagell, 92 jaar,x)
O. A. graaf van Bylandt, 82 jaar, 2)
G. C. C. J. baron van Lynden van Sandenburg 81 jaar 3) en
F. J. B. baron van der Capellen, 78 jaar 4).
6 Febr. 1851.
20 1856.
3 Aug. i85°-
1 Maart 1851.
98 DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE ’s GRAVENHAGE.
f)