3
„beter was, dan dat ander als biljet bij horen brieve, dair off ge-
„geven van Hertogen Aelbrecht voirsz. in den Hage op Sinte Jans-
„dach baptisten nativitas 1388” (R. N. H. 1464/5, fol. 49). Aelbrecht
„vestigde natuurlijk die rente op het huis, hetwelk hij behield; en
„dit was het huis in de Papestraat.
„De Graaf deed daar henen in 1391 een straatje maken van de
„Voorpoort (nu Gevangenpoort) af: „van een straytken van den
„poorte te gaen tot jonefr. Aliden huze ut” (R. 1391/2 fol. 16). De
„zuidzijde van het Buitenhof was toen nog niet bebouwd, daar eerst
„in 1453 de erven op de Plaats „van die beeck bij die Voirpoirte
„van den hove in den Hage tot die specereye toe”, ter bebouwing
„zijn uitgegeven (R. 1459/60, fol. 20). Alleen eenige willigen ver-
„hinderden het vrije uitzigt uit het huis van Aleid in het Nederhof,
„waarom de Graaf deze boomen liet omhouwen„Betaelt bi Willem
„Cuser van der willighen te houden, die bi de Valchuze stonden,
„omdat mijn hé van jonefr. Aliden huze in thofzien woude” (Ib. fol. 26).
„Men weet, dat dit valkenhuis stond in het Nederhof westwaarts
„van de Voorpoort; het huis van Aleid moet derhalve een der eerste
„aan de noordzijde van de Papestraat geweest zijn, van waar men
„dan achter het valkenhuis in den hof kon zien.”
Tegen deze beschouwingen van Mr. Emants is wel het een en
ander in te brengen, maar ik acht het onnoodig te beginnen met
in eene uitvoerige wederlegging te treden. Slechts zij er op gewe
zen, dat in de rekeningen der 14de eeuw sprake is van eene jaar-
lijksche betering van 7 en niet van 52 pond. Die jaarlijksche bete
ring is eigenlijk zijn punt van uitgang en daarop is al het overige
gebaseerd. Ongetwijfeld is zijne redeneering juist, dat Plertog Ael
brecht natuurlijk de door de ruiling verschuldigde rente zal hebben
gevestigd op het huis, hetwelk hij behield. Evenwel kunnen de 15de
eeuwsche rekeningen niet de geringste aanwijzing omtrent dat huis
meer geven, immers Hertog Aelbrecht heeft na den doodslag der
jonkvrouw haar huis 19 Maart 1395 verkocht aan Wouter Woutersz.
met de bepaling: „behoudeliken dat Wouter voirs. ende siin naco-
„melingen betalen sullen alsulke rente ende onghelt als op die voirs.
„husinge ende erve staende siin.” Zoo dus de bedoelde jaarlijksche
betering gevestigd was op dit huis waaraan niet te twijfelen
valt heeft de Hertog daarmede sedert dien niets meer uit
staande gehad en kan die niet meer in de rekeningen voorkomen.
HET HUIS VAN JONKVROUW ALEID VAN POELGEEST.