DF. BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE s’ GRAVENHAGE. I37
luyden bevelen zullen, ende oeck hemluyden niet mogen injurieeren
directelicken nochte indirectelicken up peyne van gestraft te werden
als boven, twelck almede sal staen tot arbitraige als int voorgaende
articule geseyt is.
Item en sullen die van St. Joris scutterie nyet mogen houden nochte
innemen in heurluyder scutterie eenige burgeren van den Hage die
buymeringhe, hantwercken ofte coopmanschappe doen.
Ende omme alle tgunt voors. is te volcommen, hebben die Deecken
Hooftsmannen ende scutteren van St. Joris voorsz. ende die Schout ende
Burgemeesteren van den Hage uytten name ende als oversten van de
scutterie van St. Sebastiaen voorsz. voor hun, heuren erven ende naco-
melinghen belooft ende beloven bij dezen over ende wederover alle
die voorsz. articulen ten eeuwighen daghen te onderhouden ende doen
onderhouden.
Versouckende an die van den Raede provinciael van den Hove van
Hollant ende Reeckeningen S.Co.Maj. in den Hage tot meerder corroboratie
tzelve over henluyden te willen mit S.Co.Maj. uythanghende zegele te
zegelen ende bij den ersten Mr. van de Reeckeninghe, Griffier van den
Hove etc. te doen teyckenen.
Ende is mede tot meerder vasticheyt deze bij de voorsz. Deecken,
Hooftmans van St. Joris en St. Sebastiaen scutterie onderteekent mits
gaders bij den Schout, ende Burgemeesteren van den Hage, tgemeen
zegel ter saecken van den Hage hieronder angehangen etc.