144
Wellicht kan ter aanvulling van wat hij over deze quaestie
schreef dienen wat ik er over heb gevonden.
Het in 1649 gestichte Hofje van Ridder van Wouw bestond uit
een koetspoort met het wapen van den stichter en aan weerszijden
een huisje, alles staande „in sekere tuyn” naast ’t Hofje van Cor
nelia van Wouw, zijn zuster. Het begevingsrecht van ’t linksche
huisje en de poort behoorde door de jaren heen aan Pieternel
Gijsberta van Wouw, moeder van Johan Parret, daarna aan de
familie Parret, vervolgens aan Cornelis Fannius. Diens echtgenoote
verkocht ’t, zooals de heer Mulder mededeelt, in 1734 voor 3000
aan de Ev. Luth. Gemeente.
Van het rechtsche huisje berustte het begevingsrecht bij de erf
genamen van des stichters jongste zuster, Barbara van Wouw,
gehuwd met Jan van Steenberch. ’t Was vervallen geraakt, be
hoefde reparaties, hel geld was schaarsch, de afstammelingen van
Barbara, die vier kinderen had, woonden „wijd verspreyd” en
stonden „mettertijd nog meer te verspreyden” zoodat 27 April 1737
hun rechten „voor heeren Schepenen gratis en zonder eenige kosten”
werden overgedragen.
Op drie voorwaarden echter. Ten eerste vervielen de dotaties
der huisjes aan ’t Hofje van Cornelia van Wouw. Die billijke maat
regel zal wel getroffen zijn door Barbara’s schoonzoon H. van Vliet,
die met haar jongste dochter Johanna gehuwd, en regent van ’t
Hofje van Cornelia van Wouw was. Ten tweede moest „het wapen
voor de poorte tusschen de beide huysen ten eeuwige dagen blijven
staan sonder dat hetselve oyt zou mogen worden geamoveerd”.
En ten derde moest de bewoonster van het huisje, Johanna de la
Vigne, tot haar dood er in blijven wonen.
Zoover heeft die juffrouw het echter niet gebracht, want 2 April
1743 is ze „vermits haere slegte conduite door de Regenten van
het Luthersche weeshuis op autorisatie van Heeren Burgemeesteren
van deser steede geplaetst in het Dolhuys alhier”. Waar ze 13 Juni
1769 is overleden. Die clausule omtrent den steen verklaart hoe
het komt dat nadat in 1884 het hofje is overgedaan aan regenten
van het hofje van Van Dam dat er nu is gevestigd, aan den binnen
kant boven de deur het wapen van Ridder van Wouw is aan
gebracht.
Nu de tegenstrijdigheid.
OVER HAAGSCHE HOFJES.