door Dr. EMILIE M. A. TIMMER. Hollant daerop ge- OM HET BESTAANSRECHT DER HAAGSCHE BROUWNERING, Groot Placaet Boeck I, 1268. F\E order op de buitennering van n October 1531 x) bepaalde, dat „niemant binnen Hollandt, ende andere die daeronder ge houden w(e)rden, buyten beslooten steden (den Hage ende Alckmaer daeronder gereeckent) en (sou) van nieuws mogen opstellen ende erigeren eenige weverijen, loyerijen, metselrijen, timmerijen of andere gelijcke ambachten, negociatie of neeringen, die men binnen beslooten steden (behoorde) te doen, noch deselve neeringen doen ende exer ceren”; tevens „dat niemant van nieuws en (sou) mogen opstellen eenige backerijen of tapperijen binnen seshondert roeden naer de vrijheden van den voorszeiden beslooten steden, noch oock opstellen op ’t platte lant eenige nieuwe brouwerijen, op pene dat sij ghe- houden (souden) zijn sulcke brouwerij of andere neeringe, backerije ofte tapperije van stonden aen op te breecken en af te doen, ende dit al ter tijt toe, dat degeene, die eenich recht pretenderen (souden) omme brouwerijen of andere neeringen, backerijen of tapperijen binnen de voorszeide limiten van nieuws te mogen op stellen, (souden) doen blij eken van heure privilegiën of ander deugh- delijck bescheyt ende de voorszeide steden van hoort anders geordonneert (sou) werden”. Werden dus Den Haag en Alkmaar alleen onder de besloten steden gerekend voorzoover het de oprichting betrof van „weverijen, loyerijen, metselrijen, timmerijen of andere gelijcke ambachten, negociatie of neeringen, die men binnen beslooten steeden (behoorde) te doen”, en had men de brouwerijen opzettelijk afzonderlijk in een andere zinsnede genoemd teneinde te doen uitkomen, dat ten aan zien van het verbod om de brouwnering uit te oefenen beide plaatsen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 160