154 In 1643 ontstond Zie: De Riemer I, blz. 91. een Delftschen of Haagschen brouwer, maar slijter of biersteker, die ander dan Delftsch of zou een zou niet langer dan zes maanden voor den afloop van dien een nieuw conflict met Delft naar aanleiding zou binnen veertien dagen zelf de schuld moeten voldoen of voor de betaling borg stellen ten overstaan van het Gerecht der plaats, waar het verbod gedaan was. Gebeurde het laatste, dan moest de schuld binnen een halfjaar worden voldaan wanneer zij dertig gulden of minder, binnen drie achtereenvolgende halfjaren in gelijke deelen wanneer zij meer dan dertig gulden bedroeg, tenzij door den eersten brouwer aan den tapper of slijter bij contract een langere termijn was toegestaan. Alles op verbeurte van 10 pond van 40 grooten voor den brouwer eiken keer dat hij tegen het verbod den tapper of slijter bier leverde. Hadden twee of meer brouwers ten opzichte van een tapper of slijter een verbod van levering gedaan, dan genoot de houder van de oudste schuld de preferentie. Een brouwer moest het verbod doen binnen veertien dagen nadat hem gebleken was, dat zijn schuldenaar van andere brouwers of slijters bier betrok; het verbod van kracht zijn, tenzij de brouwer het termijn hernieuwde. Niet alleen niet van evenmin van een Haagsch bier sleet, zou een tapper, die bij een Delftschen of Haag schen brouwer in de schuld stond, bier kunnen betrekken. Burge- meesteren van Den Haag verbonden zich om bij keure te ordonneeren, dat ook zulke slijters of bierstekers aan een verbod van levering konden zijn onderworpen; stoorden zij er zich niet aan, dan waren zij in voege als de brouwers voor de schuld van den tapper aan sprakelijk. Ter gemakkelijker voorkoming van fraude zou evenzoo worden vastgesteld, dat alle bierstekers bij elkaar in éen buurt moesten wonen. Deze laatste belofte is door den Haagschen magistraat ingelost bij een keur van 4 Juli 1616, welke voorschreef, dat nie mand na Mei 1617 of uiterlijk na Mei 1618 direct of indirect in ’s Gravenhage de bierstekersnering elders dan in de reeds gebouwde of nog te bouwen huizen op de Bierkade zou mogen uitoefenen OM HET BESTAANSRECHT DER HAAGSCHE BROUWNERING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 164