Kroon beging de fout de uiterste poort met de Hofpoort te ver eenzelvigen en plaatste zoodoende het huis van Pelgrim Gryerszoon (lees: Wyerszoon) in de Hofstraat (t.a.p. blz. 146). heeft gegeven, met consent om daarop te timmeren, „een erve ende „hofstede gelegen bi onser poerten in den Hage, streckende van „den gange, die Wouter bi dage after nut sinen huze over die beke „gaende heeft langes Jan Camerlincs huyse, tot aen den stoepe toe „gelegen bi onser voirpoerte in den Hage voirsc.; also groetende „also clein alse dair gelegen is ende dat Pilgrim Wyersz. die „ganc voirs. uutgesceiden, dats te weten een roede breet te besitten „ende te gebruken plach.” In het laatst van 1397 was de toestand dus deze, dat op de Plaats naast de Gevangenpoort Gijsken Barbier alias „Giisken van der Horn, barbier miins liefs heren van Hollant”, woonde of althans een huis in aanbouw had, daarnaast was een gang van eene roede breed leidende over eene brug en door eene poort in den muur, waarvan om begrijpelijke redenen alleen overdag gebruik mocht worden gemaakt, naar het huis van Wouter Woutersz., en vervolgens het huis van Jan Camerlinc. Wie verder aan deze zijde van de Plaats woonden, doet niet ter zake. Het front van het huis van Wouter Woutersz. zal dus naar de zijde van het Buitenhof hebben gestaan en daar zal de hoofdin gang in den muur om het erf zijn geweest. Door Mr. Emants is reeds aangehaald, dat Hertog Aelbrecht in 1391 een straatje van de poort naar het huis van Jonkvrouw Aleid van Poelgeest heeft laten maken door straatmakers uit Delft. Voor „poort” stelde hij in de plaats „Voorpoort, nu Gevangen poort”. De poort, die wij nu de Gevangenpoort noemen, werd in dien tijd echter de vóórpoort of uiterste poort geheeten, zoodat onder „de poort” in de bedoelde post der rekening van 1391 niet de huidige Gevangenpoort zal zijn te verstaan, maar veeleer de poort zelve, t.w. die, welke het Binnenhof van het Buitenhof scheidt. Het huis van ’s Hertogen geliefde moet dus niet buiten de Gevangen poort worden gezocht, maar veel meer aan het Buitenhof. Houdt men daarenboven in het oog, dat de wilgen bij het Valkhuis, het welk destijds aan den noordoostkant van het Buitenhof stond, moesten worden gehakt, „omdat miin heer van Joncfr. Aliden huze 6 HET HUIS VAN JONKVROUW ALEID VAN POELGEEST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 16