7
x) Bijdr. en
2) Dit volgt ook uit
De afbeelding vooraan den tekst is genomen naar eene penteekening
in de Graf. Rek. van 135657. Naar alle waarschijnlijkheid is het
een afbeelding van hertog Albrecht. In dat geval de oudste en meest
authentieke; de bekende baard van Albrecht wijst daarop wel. Ik dank
dr. P. A. Meilink voor de aanwijzing ervan.
int hof zien wonde”, dan lijdt het m i. geen twijfel, of haar huis,
hetwelk in 1395 eigendom werd van Wouter Woutersz., is hetzelfde
als het huis van Wouter Woutersz. in 1396 en 1397, m.a.w. het
stond op een ommuurd erf, waartoe men toegang bekwam aan
het Buitenhof en hetwelk achter grensde aan de beek, die destijds
nog van het Noordeinde achter de huizen aan de Plaats en onder
de huidige Gevangenpoort door naar den Vijver stroomde. Volgens
Jhr. G. G. Calkoen zou de beek in de 14de eeuw (na 1343), toen
de Vóórpoort werd vernieuwd, daaronder door zijn geleid en ge
lijktijdig overkluisd. Dit laatste nu kan niet geheel juist zijn, want
de beek was in 1397, zooals uit het bovenmedegedeelde blijkt,
nog een open water 2).
Vergelijkt men het bovenstaande met het uitvoerige opstel van
C. H. Peters „Het Grafelijk leven in die Haghe in de tweede helft
der XlVde eeuw” 3) en wel bepaaldelijk met de voorstelling van
den geheelen noord-oostelijken hoek van het Buitenhof, zooals hij
die op blz. 200 e.v. schildert, dan komt men tot de conclusie, dat
die voorstelling evenzeer als de door hem ontworpen plattegrond
aanmerkelijke wijziging moet ondergaan.
Meded. van die Haghe, 1906, blz. 8.
eene post in de rentmeestersrekening van Noord-
Holland 139'^2, waar sprake is „van der aerde wech te voeren, die
Pilgrims huus op die Plaetse ende al die Plaetse langhes lach, ende
after uter graft ghescoten wort.” Deze post werd trouwens door Calkoen
zelf aangehaald 1901, blz. 46 noot 2.
3) Bijdr. en Meded. van die Haghe, 1909, blz. 113-268.
HET HUIS VAN JONKVROUW ALEID VAN POELGEEST.