IÓ2
EEN LOTERIJ IN 1605.
2 looten.
O-12
I loot.
2.
o6
3 looten.
was
o18
155 looten.
194—4
4 looten.
1—4
7 looten.
I 16
1 loot.
o6
7 looten.
1 —16
3 looten.
o18
3 looten.
o18
Het „Witte Lam” vind ik als herberg op het „kerkhof”, maar
van den guitigen collecteur ontdekte ik verder geen spoor. Hier
volge zijn register.
MEMORIE VAN ’T GEENE TOT GEERIT GEERRITSEN VAN DE
BONT WOONNENDE INT WITTE LAM OP DE MARCKT,
IS INGELIJT TEN BEHOEVE VAN DE LOTERIJE
VAN DEN HAGHE.
5. TrijntgenPietersde joncxte van vijfftienen
Godt wille haer een goet lot verlienen.
6. Ick Jan Adriaensen Tael jongelinck soet
verblijde mij met eens armen voorspoet.
7. Willemtgen Cornelisdochter van Delftshaven
crijchtse het hoochste lot sij en salt haer niet
beclaghen.
8. Geerit Geurtsz met sijne huysvrouwe heeft
ingelijt, wat heeft Fortuna haer toegesijt.
9. Marritgen Claes ende van Monster geboren.
Had sij ’t grootste lot ten soude niet gaen
verloren
sijn Ex.
van 194. 4 st.
1. Adriaentgen van Diersen van Delfft.
Godt salt versien.
Jacus Cornelissen van Delfft.
Jonck van jaren, heeft hijt hoochste lot, hij salt
wel bewaren.
3. Aechtgen Adriaens van Noorderwiel
int witte lam, had sij ’t hoochste lot sij
niet gram.
4. Mr. Cornelis, caemerlinck van
heeft ingeleyt een obligatie
Niet sonder Godt.
10. Susanneken Pieters ende van Antwerpen ge
boren, crijcht sij dat hoochste lot ten sal niet
gaen verloren