EEN LOTERIJ IN 1605.
164
I loot.
tot
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
I loot.
o6
2 looten
o 12
31 looten.
8—0
7 looten.
1 -16
30 looten.
7—15
7 looten.
116
32. Reynier Pieterss.
Niet bij geval
Godt gevet al.
33. Hendrick Janss van Bueren
Al hopende verbey ik.
34. Goutier Jans.
Om tgewin begeerlijckheyt
heb ick hier ingeleyt.
35. Cappeteyn Guilliam Pisset.
heeft ingelyt sonder te gaen manck
crijcht hij preys hij wetet
die van den Haech danck.
36. Alaert Symonss van Olst.
maer wilt dit verstaen
hoopt met Gods hulpe
prijs t’ontfaen.
24. Cristina Ooffenburgh genaempt Hijsvelt
Dordrecht
Alle weesen, Heer gepresen,
wilt verblijen in haer lijen.
25. Elisabeth Offenburgh, Kristinadochter
Alle wesen ben ick geneycht
diet niet en sijn, Godt selffe drijcht.
26. Ongebonden best bewesen
Is tot menich kist geresen
Maria Offenburgh tot Dort
27. Anna Offenburgh
U, Heer, alleen, is dat ic meen
28. Trijntgen Uden van Dinslaecken
trou tracht voor, wilt gij niet dwalen
soo vindt ghij ’t spoor en kunt niet falen
29. Machtelt Harsbargh tot Wesel
mijn hoet moet herden, sal mij gewerden.
30. Agnees Uden tot Dinslaken.
Int vrijen, jonck, moy seyt bedacht
dat ghij alle woorden niet en acht.
31. Agnees Kranen tot Roeroet.
Ick sou dachten cont ghij wachten
De Heer mocht vueghen, dat u genueghen
van Weert.