T74 TWEE NOTARIEELE ACTEN, ENZ. voorn Haag”, verclaarden noch, dat sij den knecht met den voorsz. geseyde bode te samen hoorde spreken van ’t vercoopen van de franse waeren die verboden waren geweest. Ende de voorn. Geertruy Hermensdr en- de Cornelia Mes comende mede tot hare depositie verclaeren gesament- lijck en de tot ampliatie van haerluyder depositie van dato den 27sten Juli voorsz. gepasseert voor mij notaris ende sekere getuygen, dat de voorn, manspersoon, (die sij getuygen verstaen Tichelaer ge- naamt te sijn) maer omtrent een quartier uyrs en de nyet langer ten huyse van den Heer Ruwaert op den voorsz. achtsten July des voor- middags omtrent ten elf uren is geweest, gevende sij Geertruy Hermensdr. voor redenen van wetenschap de voorn persoon in den voorsz huyse te hebben sien incomen ende wederom daar uyt binnen die corten tijt te hebben sien vertrecken ende sij Cornelia Mes, dat sij hem ten voorsz. tijde uyt het voorn, huys heeft sien uytgaen ende als doen ook aldaar hoorde seggen, dat sij maar ontrent een quartier uyrs aldaer was geweest. Eijndelijck verclaren beyde noch dat sij hebben gesien dat Henrijck Smits dienaer van den Heer Ruwaert de voorn mans persoon ten voorn, tijde uyt den huyse geleyde ende dat den selven dienaer sonder naer het selve uytleyden metten heer Ruwaert ofte sijn huysvrouw gesproken te hebben aen de vrouwe requirante op desselfs bevel in haar deposantens presentie verhaalde ’t gunt hij seyde gehoort te hebben aen de deur van de earner, waarin de voorn, manspersoon met den Heer Ruwaert hadde gesproken breeder bij haare voorn, gegeven attestatie verhaelt. Gevende voor redenen van wetenschap, dat sij hebben gesien, dat de selve knecht in ’t voorsaeltie van de huyse is gebleven in haar getuygens presentie van de tijt, dat hij de persoon hadde uytgelaten, totdat hij het voorn, verhael dede. Eyndigende hiermede hare depositiën, Presenteerden deselve desnoots nader met solemneelen eede te stereken. Aldus gedaan ende gepasseert binnen Dordrecht ten woonstede van de vrouwe requirant in de presentie van Jacobus Staelsmit en de Arnoldus Gevaerts klercken mijns notaris als getuygen hier toe versocht ten dage voorsz. (volgen de onderteekeningen.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 184