186 DE KUNSTSCHILDER D. VAN DER AA. Ten derde dat onder deze compagnieschap alleen begrepen zal zijn het schilderen van koetsen, chaisen en ander schilder- off vervwerk, dat op de winkel door de Heer comparant off wel in of buiten het werk - huys door de knegts zal worden uytgevoert en afgelevert, maar schilderen van kamers, schoorsteenstukken en diergelijke zaeken meer, dat tot het konstschilderen behoort en door de Heer comparant wert geexerceert bij hem alleen zal genoten werden. Ten vierde zal deze compagnieschap cauteren ten naeme van Dirk van der Aa en de weduwe Mes en compagnie en alsoo werden ge schreven en gequiteert. En eindelijk ten vijfde zal deze compagnieschap niet mogen werden vernietigt dan met consent en toestemminge van beide de comparanten en in cas van scheidinge, zullen de verven, olij en alle andere waaren en gereedschappen niets uytgezondert, die bij scheiding der compagnie schap overig zullen bevonden werden moeten worden verkogt ofte ge- een jaar en voorts overeengekomen te zijn dezelve compagnieschap te continueren op conditiën en in manieren als volgt. Eerstelijk dat de heer comparant zal hebben de gansche directie over het werk en de winkel, soo noopens aanneminge, het kopen van verven olij en andere materialen, het opsetten off bedanken van knegts, en in een woord alles ’t geen tot de winkel is behorende zal vermogen te doen hetgeen de Heer comparant ten meeste nutte en profijte der com pagnieschap zal oordeelen te behooren, dog het betalen en ontfang van wisselbrieven en reekeningen, zal door beide de comparanten mogen geschieden en daarvan een nette aanteekening moeten werden gehouden. Ten tweede dat alle de winsten en schaden bij de comparanten halff en halff zullen werden geprofiteert en gedragen en jaarlijks een behoorlijke afrekening met wedersijtse quitantie moeten werden gepasseert.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 196