F
194
v. Overledenen enz.).
van 20 Juli 1858.
van den Ambten. Burg. Stand te Zalk en Veecaten.
vrouwen. Naast dit dichtbevolkte huis was de tapperij van P. J.
v. d. Heil, waar behalve de allicht luidruchtige klanten ook 7
kinderen voor de noodige levendigheid zorgden En vlak daar
voor waren de vischbanken, wier geur de jonggehuwden verge
lijken konden met die van de toen nog niet door geregeld spuien
frisch gehouden Princessegracht.
Berend „sloeg” geregeld de visch „af”, Carolina hield haar eigen
en haar mans kleeren bij en ging misschien maar daarvoor heb
ik geen bewijzen 2) uit werken. Voor kinderen behoefde zij geen
zorg te hebben. De ooievaar had het op de markt-zelf te druk en
kwam niet op des afslagers bovenwoning. Of dit Carolina erg
verdriet heeft, misschien op haar humeur heeft gewerkt, weten wij
niet, wel dat zij na een 24 jarig huwelijk tengevolge eener lever
ziekte overleed 8). Berend Mooy is weduwnaar gebleven, en heeft
het vischafslagersbaantje nog tot 1 Aug. 1858 dat is tot zijn 78ste
jaar met eere vervuld. Toen herzag de Raad het marktreglement
en schafte zonder veel omhaal het baantje geheel en al af 4). Mooy
werd gepensioneerd; zijn inkomen werd geschat op ƒ300 salaris,
ƒ200 voor vrij wonen en ƒ26.23 voor emolumenten, en in verhou
ding daarmede werd zijn pensioen vastgesteld op 114.01 V; ’sjaars
of 2.i91/.t in de week. Men ziet: de Raad was ook toenmaals nauw
gezet.
Berend kon echter den Haag maar niet verlaten, hij bleef er nog
tot den zomer van 1865: den Haag is nu eenmaal de stad der ge
pensioneerdenMaar in ’65 eindelijk verlangde hij toch naar zijn
geboortestreek terug: den 17 Juli werd hij ingeschreven in het vlak
bij Kampen gelegen Zalk en Veecaten. Daar mocht hij wonen bij
den molenaar Berend van Raalte wiens oudoom, en wellicht peter
hij was en die daar Wijk A, No. 43 een huis en molen bezat.
Na 3 jaren, den 2 Oct. 1868, stierf Mooy er rustig, 88 jaar oud B).
Aan pensioen had hij de Gemeente ^isS.SS1/* gekost.
Opgaven uit het register der Volkstelling 1830.
2) Ik heb daarna, tevergeefs gezocht in het bevolkingsregister, dat
toch soms beroepen geeft.
3) 14 .Juni 1853 (Naamlijst
4) Verordening
6) Mededeelingen
VAN EEN HEEREKNECHT EN EEN KAMENIER.