3
JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHE”.
der Meulen, wier beurt het was om af te treden en die niet terstond
herkiesbaar waren, werden de heeren W. ’s Jacob en Mr. M. I. Duparc
gekozen, terwijl Dr. H. E. van Gelder, die als indertijd ingevallene in
eene vacature aftrad, doch wèl herkiesbaar was, terstond herkozen werd.
Na dit prozaische gedeelte van den avond, hield de heer C. H. Peters
een boeiende voordracht over oud-België, waarbij hij zijn gehoor vooral
opmerkzaam maakte op het bijzondere, dat vele van de nu zoo ge
teisterde Belgische steden kenmerkt en hoe het komt dat er zoo’n op
vallend verschil is tusschen de Noord-Nederlandsche en deze Belgische
steden. Een groot aantal platen en foto’s uit de verzameling van den
spreker verduidelijkte deze voordracht, die met zeer veel belangstelling
door de aanwezige, waaronder ook zeer vele Belgen, aangehoord werd.
Op Dinsdag 16 Maart had de tweede bijeenkomst plaats in het Lodewijk
XV zaaltje van Pulchri Studio. Met dit genootschap is nu een overeen
komst aangegaan, zoodat voortaan de lezingen van die Haghe aldaar
plaats zullen vinden. Het bestuur heeft met vreugde opgemerkt, dat
deze verandering in alle opzichten ’n verandering ten goede is geweest,
sedert dien toch zijn de lezingen door een veel grooter aantal toehoorders
bezocht en de aangename omgeving wordt door elkeen op prijs gesteld.
Op dien avond dan hield Dr. M. G. de Boer, privaat-docent aan de
Universiteit te Amsterdam een rede over „de Verdediging van Neder
land in 1672”. Spreker wees er op, hoe gedurende de laatste jaren
vóór 1672 het leger verwaarloosd was, in welk een vervallen toestand
de forten verkeerden en hoe weinig te vertrouwen viel op de troepen
en zelfs op de aanvoerders, die daarbij nog meestal ongeschikt voor
hun taak waren. De vernederende eischen van den Franschen Koning
deden ons volk uit zijn slaap ontwaken, terwijl de benoeming van den
Prins van Oranje mee hielp om verbetering in den toestand te brengen.
De inundaties waren in velerlei opzicht onze redding, evenals ook thans
ons verdedigingstelsel op de Hollandsche Waterlinie gegrondvest is.
Lichtbeelden verduidelijkten menig gedeelte van sprekers toegejuichte
voordracht.
Vóór het zomerseizoen valt nog een voordrachtavond te vermelden
en wel die op Woensdag 21 April van Dr. C. Hofstede de Groot voor
een buitengewoon talrijk gehoor over „Rembrandts onderwijs aan zijn
leerlingen”. Door lichtbeelden toonde spreker aan hoe vele schilderijen,
teekeningen, ja zelfs krabbels van den grooten meester tot voorbeeld
strekten aan zijn leerlingen.