i Gereproduceerd in den Historischen Atlas door „die Haghe” uit gegeven, aflev. II, 1916. Op blz. 28 is een fragment overgenomen. 2) De metselaar, die verantwoordelijk was dat de kelder waterdicht zou zijn „jaer ende dach”, was Hendrick Cornelisz. Faes, zeker een voorvader van Joris Faes die in 1634 aan het Binnenhof arbeidde. Vooraf ga echter over den aanleg van den Doelen een enkel woord. Oorspronkelijk was er, zeiden wij reeds, nog geen Doelhuis, maar later wel. Er was een poort naast die naar het schietterrein voerde. Voor den ingang van het huis zelf was een „luyf”, een portiek, vernieuwd in 1524, die wij nog op het perspectief van den Haag van 1614 terugvinden. Het huis werd in 1484 belangrijk verbouwd en daarna herhaaldelijk vergroot; in het begin der 16de eeuw kwam er een verdieping op. In 1561 werd er een kelder onder gemaakt zoo diep „dat er een manspersoen van bequaemer statuer overeynde in sal moegen staen” 2). Ten opzichte van het uiterlijk 52, alst blijct bij der voirgaende rekeningh”. Het waren er nog vier. Ten tweede een lijstje van 13 schutters, „noch sculdich van hueren costen doe men die papegay schoot in den zomer anno 52”. Sommigen betaalden nog niets van hun kosten, anderen slechts een deel. Ten derde volgden de reeds vermelde elf wanbetalers aan de kosten van St. Joris’ altaarstuk. Was die wanbetaling onmacht of slordigheid? Wij vinden edelen als Aelbrecht Adriaenz. van Raephorst, Aernt en Gijsbrecht van IJselstein, Jan van Matenes, Geryt van Sprevesteyn, Jan van Cats en den heer van Zevenbergen evengoed onder de nalatigen als Roel de snider en Cornelis de pasteybacker. Misschien was het wel hoofdzakelijk slordigheid, al zal men niet uit het oog moeten verliezen, dat vooral voor de landbezittende edellieden het beschik ken over gereede penningen somwijlen tamelijk bezwaarlijk was. Tot zoover, wat wij over de inkomsten hebben te verhalen. De uitgaven geven natuurlijk nog veel meer aanleiding om er bij stil te staan. Wij leeren er de twee levensfuncties der confrérie uit kennenden kerkdienst, en de schiet- en andere feesten, vandaar, dat wij ons overzicht naar die gezichtspunten willen verdeden. DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE ’s GRAVENHAGE 29

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 39