45 Om dat alles gereed te maken beschikte men over een kok met twee onderkoks en twee knechts. Zij bestelden o.a. nog 15 pond smeer, 3 lood nagelen, 3 lood foelie, een kwart pond peper, een pond suiker, een. achtendeel zout, een stoop mosterd; daar kwam dan nog 3^2 mingele azijn en 2^2 mingele zuur druivennat bij, en boter die „overal verbesich wart”. Om het geroosterde gevogelte bijeen te binden moest men garen koopen, en U/4 el gaasdoek werd zeker aangeschaft om voor zeven te dienen. Voor alles werd gezorgd: niet slechts voor potlepels maar zelfs voor drie besems om den vloer bij de kokerij schoon te vegen. Wij spraken tot nu toe uitsluitend van de spijzen. Niet echter omdat zij zonder drank genuttigd werden! Verre van dathet feest zou zonder bier zeker niet compleet geweest zijn. Er werden zeven vaten aangevoerd. Bovendien dronk men wijnzoowel roode als witte, tezamen ruim 200 mingelen, en nog eens 7 mingelen „male- vesey” bij de „twee bancketten”. Bijeen een kleine 300 liter aan wijn en 700 liter bier. Al deze cijfers zeggen ons echter nog maar betrekkelijk weinig als wij niet weten hoeveel schutters er medededen Uit 1459 is dat niet bekend, maar een gissing is toch wel mogelijkhet aantal leden van het gilde zal omstreeks de helft der i5de eeuw niet veel méér dan 50 of 60 bedragen hebben. De maaltijd van den eersten, den grooten dag woonde de schutter echter niet alleen bijeen reglement uit de zestiende eeuw verhaalt ons immers, dat hij mag komen „ge- accompaigneert met sijn huysvrouwe, indien diezelve schutter een heeft, indien niet, een vrijer ofte joncgeselle mit een vrijster tot zijnen believe”. Voorzoover men dus kwam, want niet alle schutters namen deel aan het feest kwam men getweeën, en dat maakte de leute natuurlijk nog grooter. De eierkandeel en de hypocras waren wel speciaal voor de vrouwen bestemd; ook aan de kinderen werd gedacht, zoo werd er een voorraad pruimen gekocht „om wech te werpen voir de kynderen bi beveel des conincx”. Zeker tijdens den gezamelijken optocht naar en van de kerk. Want bij het feest- zelf waren de kinders zeker niet al te zeer op hun plaats. Gaan wij alleen maar na, dat er aan het slot van het feest 64 kannen, waaronder één heel groote, 41 glazen en 25 schotels als gebroken DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE ’s GRAVENHAGE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 55