1) Hij was eenige malen hoofdman in voorafgaande jaren. 2) Wat er met Snouckaert gaande was, weten wij niet, maar dat de schutters hem misschien niet geheel ten onrechte van hun maaltijd wenschten te houden, moge blijken uit het feit, dat hij 2 October d.a.v. van zijn lidmaatschap van den Hove werd „gepriveerd” door een vonnis van den Hoogen Raad, dat hem verklaarde te zijn „inhabiel” en hem dwong in raadkamer enkele zijner medeleden excuses te maken. commen des avonds ende des anderen daechs middaechs ter maeltijt ende alsoo heurluyder vergaderinge te helpen vereeren”. De heer Coebel meende daarbij echter nog iets te moeten voegen, wat de gemeen schutters hem niet hadden opgedragen, zooals een der schutters, Frans Duyst alias Couwenhoven procureur van den Hove hem voorhield; maar Coebel en Splinter, aanzienlijke en reeds tamelijk oude heeren, die van hun hart geen moordkuil willen maken, beriepen zich op den Koning der Schutters en herhaalden dat er onder de leden van het Hof een „artiekelmaker” was, die zij bij hun maaltijd „niet en begeerden”. De heeren van den Hove, wisten niet juist wat ervan te denkenzij staken de hoofden samen tot nader overleg. Maar de lust in den maaltijd ging bij velen toch boven de solidariteit met den „artiekelmaker” en dus verklaarden zij aan de schutters, dat verschillende der heeren zouden komen, en dat zij hun „geen querelen an draghen en wilden”. Maar nauwelijks was dit antwoord gegeven of van ter zijde kwam het lid van het Hof Willem Snouckaert heer van de Binchorst, licentiaet, enhoorende wat er gaande was, protesteerde hij „van den injurien” die Coebel hem deed, en verzocht hij daarvan acte. Coebel en Splinter zeiden gaarne bereid te zijn te onderteekenen, dat Snoukaert een „artikel maker” was, en dat zij hem niet bij het schuttersmaal wenschten te zien. Waarop Snouckaert opmerkte, dat hij er niet aan dacht de heeren de eer aan te doen van te komen, wat Coebel weder aanleiding gaf te zeggen, dat hem dat geraden was, want dat hij „hem zoude uyt doen leyden” of „dergelijke woorden in substancie”. Toen gelukte het om de heeren van elkaar te doen gaan 2). Achter het vaandel, en met gepijp en trommelslag trokken de schutters met hun voorname gasten naar het feest terug. Terwijl officieel zulk een feest slechts twee dagen duurde: den eersten dag met het schieten en den grooten maaltijd, den tweeden dag met het tweede schieten en een eenvoudig „ontbiten” met SBSSiH 48 DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE ’s GRAVENHAGE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 58