bij- Vooral omdat ik van plan ben, de geheele historie ook van deze broederschap mettertijd in het Jaarboek te behandelen. 2) Zie in den Inventaris No. 367. l iet zou te ver voeren hier de ontwikkeling van dat vernieuwde Sint Sebastiaansgilde in bijzonderheden na te gaan 1), genoeg zij het te vermelden, dat zij niet zoo heel vlot ging, zoodat bijvoorbeeld van 1544 tot 1561 de samenkomsten geheel gestaakt waren. Maar in laatstgenoemd jaar gaf koning Philips een nieuwe ordonnantie, en, om de zaak op gang te helpen door de. financiën te versterken, meteen verlof tot het houden eener loterij. Zoo bestonden er dus in de dagen der „troublen” een boog- schuttersgilde (St. Joris) en een plaatselijke weermacht (St. Sebas- tiaan). Maar evenzeer als de eerste organisatie uiteenviel, gebeurde dat met de tweede en pas het verlaten van Holland door de Spaansche troepen schiep de mogelijkheid om de beide organisaties te doen herleven. Doch de ernstige tijdsomstandigheden stelden daarbij zeer zondere en nieuwe eischen. De organisatie van de plaatselijke weermacht moest steviger worden, en men moest van haar gere- gelden dienst vragen. Zoo kwam men tot een stel van vrij be zwarende bepalingen, ten opzichte van wachtdienst vooral, die heel andere lasten op de schutterlijke schouders legden, dan het lustige middeneeuwsche schieten ooit had kunnen doen. De heeren van Sint Joris gingen daarbij echter vrij uit. Zij hadden hun aloude ordonnantie en vrije onafhankelijkheid. Ja wat was zelfs het geval: teneinde de kans te ontloopen van bij de kloveniers- schutters te worden ingelijfd, koos menigeen het lidmaatschap van Sint Joris. Zoo omstreeks 1580 kwamen daaromtrent opnieuw dezelfde klachten los, die wij al 10 jaar tevoren ook hooren: „want soe wie enichsins van state uyter ghemeente es, die schicken hun zonder vertreck in de schutterye van den cruysboghe voornoemt te coomen omme te eviteren den Haghe eede te doen”. 2) Het resultaat van het over en weer betoogen werd ten sterkste beinvloed door de ernstige tijdsomstandigheden, die zoowel het plaatselijk be stuur als de hooge college’s die in den Haag hun zetels hadden, dwongen om alle veiligheidsmaatregelen te nemen, die mogelijk waren. Terwijl men dus de wachten in de plaats liet betrekken door 56 DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE ’s GRAVENHAGE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1916 | | pagina 66