Afgedrukt in Bijlage VI.
de schutters van Sint Sebastiaan, wees men die van Sint Joris aan
voor de bewaking van het territoir van het Hof. Ook al ware dit
wederrechtelijk, dan nog zouden de heeren van Sint Joris zich
daartegen moeilijk hebben kunnen verzetten, omdat hun eigen hoofd
lieden tot de hooge colleges behoorden, die de besluiten hadden ge
nomen. Trouwens ook plichtsgevoel zal hier hebben medegegolden.
Het slot was een overeenkomst l), waarbij tot verdediging der stad
twee schuttervendels werden gevormd één van Sint Joris en één van
Sint Sebastiaan, elk met een eigen kapitein, welke beide kapiteinen
in het geval van omaad zouden loten over den voorrang. Terwijl
voor die van Sint Sebastiaan het roer als wapen was voorge
schreven, hadden die van Sint Joris te zorgen voor honderd man
met musketten, maar zij die zelfs met dit lichter schietgeweer
niet konden omgaan, mochten zich wapenen met helm en spies.
De belangrijkste bepaling uit deze overeenkomst was evenwel
eene andere, waarin werd uitgesproken, dat „die van Sint Joris
scutterie nyet mogen houden nochte innemen in heurluyder scutterie
eenige burgeren van den Hage die buyrneringhe, hantwercken
ofte coopmanschappe doen.”
Hiermede immers was eens voor al de scheiding gemaakt, en
de Sint Joris broederschap voorgoed gestempeld tot eene vereeniging
van aanzienlijken of van personen verbonden aan de hooge colleges
van Staat: suppoosten van den Hove.
Zoolang men nog gezamenlijk moest waken werd het onderscheid
niet zoo sterk gevoeld, maar toen de veiligheid van den Haag
niet meer bedreigd werd en de noodmaatregel vanzelf ophield te
worden toegepast, toen kon men recht duidelijk zien hoe geheel
anders het karakter der bewoners van den eenen Doelen was dan
die van den andereDe organisatie van de schutters van den Nieuwen
Doelen, onder het stadsbestuur gesteld met een der burgemeesters
als „colonel”, was geheel die van een burgerwacht, en zij bleef
dat, tot de revolutie van 1795 nieuwe toestanden in het leven riep.
De broederschap van Sint Joris evenwel zou hoe langer hoe
meer een besloten aanzienlijk gezelschap worden met slechts uiterst
spaarzame herinneringen aan zijn schutterlijk verleden.
DE BROEDERSCHAP DER SCHUTTERS VAN ST. JORIS TE’s GRAVENHAGE. 57