94 de door den. aartshertog benoemde commissarissen. En nu kwam Don Juan den aartshertog opvolgen als gouverneur; hij had natuur lijk geen tijd voor zaken als deze en moest ook naar het leger. Den 22sten Juni reisde Huygens weer af; hij had heel veel mooie praatjes gehoord en plechtige beloften ontvangen, maar niets anders bereikt dan dat een proces van de gravin van Isenghien voorloopig was uitgesteld. Uit eenige zijner gedichten blijkt, dat hij te Brussel de hertogin van Lotharingen heeft ontmoet. In Januari 1657 werd de reis naar Brussel herhaald. Het doel was nu de uitspraak in het proces op te houden, maar de poging is niet gelukt; den 22sten werd vonnis gewezen in het voordeel van de gravin. Het was eene zaak, waar ongeveer een millioen mee gemoeid was. Huygens reisde den 26sten af, bleef eenige dagen te Antwerpen en kwam den ióden April in den Haag terug, om vijf weken later met eene nieuwe opdracht te vertrekken, nadat hij waarschijnlijk juist het bericht had ontvangen van den dood van zijn jongsten zoon. Er was quaestie van den verkoop van Herstal, eene bezitting van den Prins, vlak bij Luik gelegen, aan deze stad, maar de zaak is niet in orde gekomen, al zijn de onder- handelingen ook nog een heelen tijd voortgezet. Huygens werd in Luik zeer onbeleefd behandeld en later nog belasterd ook in eene bekendmaking van den Keurvorst-bisschop. Met zijn zoon Lodewijk, die hem op zijne reis vergezelde, bezocht hij de naburige steden, logeerde, evenals acht jaren geleden, in zijne heerlijkheid Zeelhem die hij maar twee malen in zijn leven heeft bezocht in het Kartuizerklooster, gaf aan de Prinses Douairière te Turnhout ver slag van zijne zending, bracht naar gewoonte eenige dagen te Antwerpen door en keerde toen naar den Haag terug. Evenals het vorige jaar heeft Huygens in 1657 een zeer groot aantal kleine versjes geschreven. Had hij in 1656 tal van Spaansche spreekwoorden, die hij vond in Cesar Oudin’s Refranes o Proverbios Espanoles, in tweeregelige versjes berijmd, in het volgende jaar zette hij dien arbeid voort, terwijl hij gebruik maakte van de Refranes o Proverbios en Romance van Hernan Nunez. Een klein gedeelte van die versjes is in de Korenbloemen (1658) opgenomen. Nadat hij de Tryntje Cornells had uitgegeven, hield hij zich nu met de uitgave van dien zwaren bundel bezig; het was de eerste verzameling zijner Nederlandsche gedichten sedert de Otia (1625). HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 102