98
Het is afgedrukt door Jorissen in Mémoires de Constantin Huygens,
biz. 163 175, en gedateerd: 20 Mei 1659.
had den Heer van Zuylestein tot zijn gouverneur benoemd, eene
vreemde keuze, omdat hij bekend was wegens zijne ruwheid, en
de Keurvorst en de Douairière hadden daarin „eindelijk” toegestemd.
Aan Huygens werd, waarschijnlijk met toestemming van de Pr. R.,
opgedragen, eene instructie voor den nieuwen gouverneur te
schrijven, en hij stelde een stuk op, dat de moeite van het lezen
overwaard is, zoo verstandig en vol fijnen tact als het is. Maar
het zal Zuylestein wel heel moeilijk zijn gevallen, aan de meeste
dier voorschriften te voldoen, b.v. „de ne permettre qu’aucun
mauvais discours soit tenu en presence du Prince, ni le nom de
Dieu pris en vain, ni chose sale ou malséante mentionnée en aucune
sorte, et si par hazard cela arrivoit, ne manquera pas de le reprendre
aigrement, afin que le Prince voye comme les gens d’honneur
doivent avoir telle insolence en détestation”, etc. Het geheele stuk
is zeer belangwekkend en eindigt met een beroep op het eergevoel
van den nieuwen gouverneur, aan wien de voogden toevertrouwen
„un Prince,- qui leur est si cher et si précieux, et de la bonne
éducation duquel dépendra le restablissement de sa Maison, et avec
le temps, s’il plaist a Dieu, une partie du bien et service de eet
Estat”.
Intusschen had de beschermvrouw van Zuylestein, de Prinses
Royale, alles hopeloos in de war gestuurd in het vorstendom Oranje.
Zij beweerde alleen recht te hebben op het bestuur in het vorstendom
en zond hare bevelen aan den gouverneur, maar die bevelen werden
gevolgd door geheel andere van de beide medevoogden en Dohna
hield rekening met de laatsten. In 1653 kwam Dohna in den Haag en
schijnt vrede gesloten te hebben met de Pr. R.; in 1654 kwam er
althans eene soort van schikking tot stand. Maar het ging niet lang
goed. Niet alleen werd er steeds hevig gestookt aan het Fransche hof
door Henriette Marie, de moeder der Pr. R., maar vele waardigheids-
bekleeders in het vorstendom kenden de spreuk van het troebele water
al te goed, om deze rust goed te keuren. En toen nu het regentschap
in 1657 het Parlement met twee leden versterkte de Pr. R. be
weerde later, dat zij par surprise dat besluit mee had onderteekend
begon het lieve leven eerst recht. Onder de vele brave menschen
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.