i
i
I
i
I
Door verwanten werd hij in het naburige dorp Loon opgevoed en
studeerde daarna te Douai in de rechten. De rechtspraktijk leerde
hij bij den advocaat Arneide te Brussel en bij Diderik van Liesveld,
die later kanselier van Brabant is geweest; door diens voorspraak
werd hij in 1578 een der vier secretarissen van prins Willem van
Oranje.
Zoo werd dan Christiaan Huygens op 27-jarigen leeftijd opge
nomen in de hofhouding van den Prins, die, in weerwil van de
slechte tijdsomstandigheden, weelderig was ingericht. Zijne ambt-
genooten waren Bruynink, Milander en Berlicom; zijne gage bedroeg
slechts 200 pond, maar waarschijnlijk waren er vele emolumenten
aan het ambt verbonden. En welk eene omgeving voor een intel-
ligenten jongen man! Hij werd er bevriend met Marnix, die in
’s Prinsen hofhouding de eerste plaats bekleedde, en met zijn
huisgezin. Hij sloot er vriendschap met Justinus van Nassau, den
natuurlijken zoon van prins Willem, en met een groot aantal stout
moedige krijgsoversten, met de ruiteraanvoerders Paulus en Marcelis
Bax, die van Huygens geene familie van moederszijde waren, met
den onkwetsbaren Karei van der Noot, met Emmery van Lyere
en anderen. En een secretaris van den Prins had in dien rumoerigen
tijd geen saai bureauleven. Zoo werd Huygens b.v. naar Londen
gezonden, om een knaap, die daar als gijzelaar in het huis van
langstellende lezer niet noodig heeft. Dr. Worp en de Rijkscommissie
hebben dat verzoek met de meeste heuschheid ingewilligd.
Men bedenke bij de lezing, dat de schrijver niets anders en niets
meer heeft willen geven dan een nauwkeurige schets van den levensloop,
tot beter begrip der brieven, en dat dus beschouwingen, karakteriseerin-
gen, waardeering van kunstwerken of van anderen arbeid buitengesloten
was. Een beperkt werk dus, maar in die beperking voortreffelijk. Moge
menigeen bij de kennismaking met dit rijke leven worden opgewekt te
grijpen naar Huygens’ gedichten of zich bezig te houden met de lezing
der briefwisseling.
Bij het corrigeeren van de drukproeven bereikt ons de tijding van
het overlijden van dr. Worp, nauwelijks eenige weken na de laatste
correspondentie over deze bijdrage. Het is een droevig bericht, niet
alleen omdat wij den sympathieken geleerde zullen moeten missen, maar
ook om de groote verdiensten, die hij zich voor de Huygensstudie
verworven had. Het zal hem met dankbaarheid vervuld hebben zoo-
als het ons doet, dat hij den enormen arbeid der brievenuitgaven nog
heeft mogen voltooien.
SS®
JH
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.
2
i