HOOFDSTUK X.
16611665.
Vier folio-deelen in het Kon. Huisarchief bevatten de briefwisseling
van Huygens over de zaken van Oranje. Zij waren eigenlijk bijlagen
tot een „Verbaal”, dat verloren is gegaan. Behalve de brieven--zeer
vele van Huygens aan Amalia en aan den Raad van den Prins zijn
niet meer aanwezig is er eene ontzaglijke massa andere stukken
in die deelen opgenomen. Eene portefeuille bevat ook nog papieren
over deze zaak. En de brieven van Amalia aan Huygens tijdens zijn
verblijf te Parijs vormen een afzonderlijk folio-deel.
hooren en te zien was. Den geheelen zomer was hij op reis ge
weest voor de verpachtingen en andere zaken. Nu trok hij in
Augustus naar Turnhout, waar de Keurvorst van Brandenburg
een bezoek bracht aan zijnen schoonmoeder, en beraadslaagde nog
eens met die beide voogden Naar den Haag teruggekeerd, leidde
hij den 6den October zijn zoon Constantijn, die door de voogden tot
raad en rekenmeester benoemd was, bij den Raad van den Prins in en
aanvaardde den volgenden dag de reis naar de Fransche hoofdstad.
Huygens werd op zijne reis vergezeld door zijn zoon Lodewijk
en door Sebastien Chièze, uit Zuid-Fransche ouders in Italië ge
boren, die in 1657 door de voogden van den Prins benoemd was
tot nieuw lid van het Parlement van Oranje, en in 1660, toen
Lodewijk het stadje had opgeischt, door Dohna naar den Haag
was gezonden, om nadere bevelen te vragen. Verder had hij bij
zich zekeren Vlack, een familielid van den Haagschen boekver-
kooper, die verschillende werken van hem had uitgegeven, en drie
bedienden. Huygens reisde over Antwerpen, Brussel en Valen
ciennes en kwam 21 October te Parijs aan. Vijf dagen later reisde
hij naar Fontainebleau, waar het hof zich ophield, en had den
4flcn November zijne eerste audiëntie bij den Koning. En daar
mede begonnen de onderhandelingen, die bijna 3^2 jaar geduurd
hebben en eene onuitputtelijke bron van teleurstellingen zijn ge
weest voor den bejaarden diplomaat 1).
Huygens werd in zijne pogingen gesteund door den gezant der
Staten te Parijs, zijn ouden vriend Willem Boreel, door de buiten
gewone gezanten Joan van Gent, Coenraad van Beuningen en
104
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.