ïïl die Konings. Zeker heeft hij persoonlijk kennis gemaakt met Conrart, met wien hij vele jaren in briefwisseling had gestaan, en hij leerde ook sommige vrienden en correspondenten van zijn zoon Christiaan kennen, o.a. Pierre Petit en Jean Chapelain. Uit eenige versjes schijnt men te mogen besluiten, dat de jonge Koning zekeren indruk op Huygens heeft gemaakt, en hij bewon derde in elk geval zijne werkkracht en kennis van zaken. Maar de woordbreuk, waaraan de Fransche Koning zich al spoedig tegenover hem schuldig maakte, het koppige vasthouden aan een eens gestelden onbillijken eisch en het toelaten van allerlei schande lijke daden, in Oranje door zijne ambtenaren bedreven, moeten bij den grijzen dichter dien gunstigen indruk wel spoedig hebben uit- gewischt. Met twee Fransche ministers werd Huygens al spoedig bevriend, n.l. met Hugues de Lionne en den jongen graaf de Brienne. Lionne was een man van smaak, die veel hield van muziek, zijn Latijn nog niet vergeten had en het aardig vond, dat een vreemd staats man hem b.v. met een Latijnsch versje om eene audiëntie vroeg. Fluygens heeft een groot aantal Latijnsche gedichten aan Lionne gericht en natuurlijk dikwijls toespelingen op zijn naam gemaakt en hem Leaena genoemd. Toen de Fransche staatsman den isten Sept. 1671 gestorven was, teekende onze dichter het in zijn dagboek aan en noemde hem „summus amicus meus.” Flenri Louis de Loménie, graaf de Brienne, die zijn vader Henri Auguste hielp in zijn ambt van staatssecretaris en hem later zou opvolgen, was Latijnsch dichter en een verzamelaar van schilderijen, die hij in een werkje, De Pinacotheca sud (1662), dat hij aan Huygens op droeg, heeft beschreven. Ook aan hem heeft Huygens vele Latynsche verzen gericht, die somtijds beantwoord werden. Het heeft Huygens veel verdriet gedaan, toen de jonge man in 1663 in ongenade viel, en in een vriendelijken brief heeft hij hem zijne hulp aangeboden. Van deze beide ministers en ook van den ouden De Brienne heeft hij steun ondervonden, maar Le Tellier en Colbert hebben hem in alle opzichten gedwarsboomd. Misschien had Huygens reeds vroeger den prins de Condé leeren kennen, dien hij te Parijs ontmoette, evenals Turenne. Hij maakte ook kennis met den hertog de Grammont, maarschalk van Frankrijk, een groot muziekliefhebber was, en werd zeer met hem be- 108 HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 116