vriend. Toen Grammont’s zoon, de hertog de Guiche, die later
wegens hofintriges uit Frankrijk verbannen werd, in Hollandschen
dienst was getreden, kwam hij bij Huygens aan huis. Andere
grootwaardigheidsbekleeders, die Huygens leerde kennen, waren
Guillaume de Lamoignon, „premier président” van het Parlement
van Parijs, een geletterd man, wiens huis door Racine en Boileau
werd bezocht, en Charles de Sainte-Maure, de markies de Mon-
tausier, die in 1663 tot gouverneur van Normandië werd benoemd
en aan wien later de opvoeding van den Dauphin werd toever
trouwd. Hij was gehuwd met de bekende Julie d’Angennes, die
den scepter heeft gezwaaid in het Hotel de Rambouillet.
Huygens was te veel man van de wereld, om niet een kijkje te
nemen in de Parijsche salons. Mad.e de la Fayette, de bekende
schrijfster en vriendin van Mad.e de Sévigné, zag hij meermalen
en plaagde haar met haar voorgewend gebrek aan kennis. Zelfs
de bekende Ninon de l’Endos telde Huygens onder hare gasten.
„Mon Père la voit assurément pour l’amour de la musique et je
n’en veux point avoir d’autre pensée”, schreef Christiaan in Sep
tember 1662 aan Lodewijk Huygens. Ook later heeft onze dichter
nog aan de beroemde hetaere geschreven, maar ook weer „pour
l’amour de la musique”.
Toch kunnen wij als zeker aannemen, dat het niet deze kringen
waren, die Huygens bij voorkeur aantrokken; kunstenaars en geleer
den lagen hem nader aan het hart. Behalve den bekenden geleerde,
criticus en dichter, Jean Chapelain, en Pierre Petit, „géographe du
Roy”, die reeds boven werden genoemd, leerde hij nog als vrienden
van Christiaan kennen Michel de Neuré, wiskundige en wijsgeer, en
Habert S.r de Montmor, die de werken van Gassendi heeft uit
gegeven. En verder den beroemden geleerde Gilles Ménage, René
Rapin, Jezuïet en Latijnsch dichter, wiens gedicht over den tuinbouw
door Huygens werd bezongen, den abbé Michel de Marolles, die
zooveel uit het Latijn heeft vertaald, Jacques Cassagnes, die ver
bonden was aan de bibliotheek des Konings en wiens verzen door
Boileau bespottelijk zijn gemaakt, den abbé Bruneau, penning- en
oudheidkundige, en den Italiaanschen abbé Hippolito Bentivoglio,
die hem een Latijnsch gedicht opdroeg.
Van de- groote Fransche dichters van dien tijd heeft Huygens
blijkbaar alleen Corneille ontmoet. Vroeger had hij met hem in
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.
IO9