briefwisseling gestaan; nu zocht hij hem in het voorjaar van 1663 te Rouen op en hield met hem een dispuut over de Fransche versmaat, dat in vele opzichten merkwaardig is en aanleiding heeft gegeven tot heel wat geschrijf. Misschien was het bij deze gelegen heid, dat Corneille aan Huygeps en de Montmor eenige van zijne Latijnsche gedichten heeft voorgelezen, maar dat kan ook te Parijs zijn voorgevallen; het jaar, waarin de Fransche dichter voor goed naar de hoofdstad verhuisde, is nl. niet met zekerheid bekend. Van de beeldende kunstenaars ontmoette Huygens de beide schilders Beaubrun, die hem een portret schonken van Anne de la Barre, de Fransche zangeres, die hij in 1653 in den Haag had leeren kennen, en den graveur Robert Nanteuil, die hem later een portret van Lodewijk XIV ten geschenke zond. Maar vooral heeft Huygens te Parijs genoten van de muziek. Hij bezocht zelden de groote avondgezelschappen, maar voor eene muziekuitvoering in kleinen kring was hij steeds te vinden. Hij hoorde de Chambonières, den beroemden clavecijnspeler des Konings, met wien hij vroeger in briefwisseling had gestaan, en De Nielle, Geoffroy en Mad.le Hilaire, eene schoonzuster van den beroemden componist Michel Lambert. En de Italiaansche zangeres Anna Bergerotti, die grooten opgang maakte in de Fransche hoofd stad. „(Elle) ressemble a un garcon habillé en fille, et j’auray de la peine a la croire autre jusqu’a ce que le temps m’en donne de plus clairs indices”, schreef in April 1663 Christiaan aan Lodewijk. Ook later bleef Huygens levendig belangstellen in het lot der groote kunstenares. Bij die muziekuitvoeringen, die dikwijls plaats hadden ten huize der Signora, ontmoette Huygens Lionne en den hertog de Grammont. Gedurende zijn verblijf te Parijs heeft Huygens vele kleine Latijn sche verzen geschreven en maar enkele grootere. Hij was van plan deze, met nog eenige gedichten, ontstaan op zijne reizen door het Zuiden van Frankrijk, uit te geven onder den titel Parer ga peregrina, maar het is bij het plan gebleven en zij hebben eerst in onzen tijd het licht gezien. Vele dier versjes zijn, volgens hem, ontstaan door het stooten van de koets, bij het rijden over het slechte plaveisel van Parijs. Hollandsche gedichten heeft hij in deze jaren bijna niet geschreven, behalve Rad van onrust en Op Soetenburg, tot Schevening gebouwt door Corn. Mich Soetens. Aanleiding tot het no HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 118