ii6 am- 1 Huygens bezocht .dom in gezelschap leenen, en hij hen krachtens deze weder in hun ambt herstelde. De deken van het Parlement, De Sobirats, die in eene rede de handelwijze van dat college trachtte te verdedigen, zette hij duchtig op zijne plaats en, nadat al de heeren den nieuwen eed hadden afgelegd, noodigde hij hen op een maaltijd. Einde goed, al goed. Het bestuur in de steden werd veranderd, maar de burgemeesters, die zouden aftreden, gaven blijk van hunne goede gezindheid, door Huygens een groot vuurwerk aan te bieden. De belangstelling, die hij toonde voor de Universiteit, waar zijn neef Maurits de Wilhem in deze dagen promoveerde, en de gemakkelijkheid, waarmede hij de Latijnsche toespraken der heeren in dezelfde taal beantwoordde, stalen het hart van velen. Men beschouwde hem als een redder, als een „Moïse libérateur.” Hij deed waarlijk ook al zijn best, om de gevolgen van het wanbestuur der laatste jaren weg te nemen, diep verontwaardigd als hij was over de handelwijze der Fransche troepen, die het vorstendom bezet hadden gehouden. Aan Lionne gaf hij verslag van de barbaarsche wijze, waarop die troepen hadden huis gehouden. Den 7<Ien Mei had de plechtige afkondiging plaats van de nestie en de eedsaflegging van het volk. In de ruïne van het be roemde Romeinsche circus waren twee groote tribunes opgericht; op de ééne stond een troon, vóór dezen de zetel van den vertegen woordiger van den Prins en aan beide zijden stoelen voor de leden van het Parlement, op de andere was plaats voor de burgemeesters, de leden der gemeenteraden en andere magistraten van den staat. Nadat Huygens van het kasteel was afgehaald en op de tribune plaats had genomen, werden er verschillende redevoeringen ge houden en daarna de eed afgelegd door al het volk, dat in het circus aanwezig was. De trompetten schetterden, het volk juichte en was opgewonden over het goede voorteeken, dat allen juist hadden waargenomen. Want er vertoonde zich boven de plaats, waar de troon stond, een krans van licht aan den hemel. Het feit is door Huygens en anderen bezongen. nu de verschillende plaatsjes van hetvorsten- van den predikant Chambrun en deed daarna (14 Mei) een uitstapje naar het naburige Vaucluse, de woonplaats van Petrarca, en naar Cabrières, om het huis te zien, waar men zeide, dat Laura gestorven was. En toen, een paar dagen na HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 124