Huygens’ terugkomst te Oranje, de nieuw benoemde commandant Milet was aangekomen en zijne betrekking had aanvaard, deed hij nogmaals eene reis in de buurt. Den 29ste!! Mei ging hij naar Avignon, waar hij door den vice-legaat met groote eerbewijzen werd ontvangen, en bezocht daarna Nimes, waar de Romeinsche oudheden vooral zijne aandacht trokken. Dan volgden Montpellier Arles en Marseille, waar hij door den Consul Martens en anderen werd rondgeleid. Te Toulon bezag hij de haven; te Hyères bewonderde hij de oranjeboomen en hij was bijna naar Genua overgestoken, toen hij hoorde, dat die reis met gunstigen wind in anderhalven dag kon worden gedaan. Hij reisde echter toch over Aix terug, bezocht nog eens Vaucluse, dat hem bijzonder aantrok hij heeft er twee uitvoerige Latijnsche verzen op gedicht en kwam den i5den Juni te Oranje terug. Hij bleef er nog eene maand en vertrok den i8den Juli onder kanongebulder en de weeklachten van de bevolking; drie honderd ruiters vormden eene eerewacht, de burgemeesters bege leidden hem tot de grens van het staatje en velen gingen zelfs met hem mede tot Montélimar, waar hij den eersten nacht van zijne reis bleef. Dat de bewoners van Oranje al heel spoedig alles ver geten hebben, wat Huygens voor hen had gedaan, en de vierjarige ballingschap, die hij zich had getroost, met ondank en laster hebben beloond, blijkt uit een aantal brieven. Uit zijne briefwisseling blijkt tevens, dat na zijne terugkomst tot zijn dood alles wat Oranje betrof door de voogden en later door den Prins aan hem werd opgedragen, omdat hij toestanden en personen maar al te goed kende. Toen men hem eens de vraag stelde, of het waar was, dat één zijner zoons in eene hooge betrekking te Oranje zou worden geplaatst, antwoordde hij dan ook, dat hij zijne kinderen veel te lief had, om hen aan zooveel ellende bloot te stellen. De bewoners van het vorstendom hebben later, toen de Koning hen telkens op de meest afschuwelijke wijze tiranniseerde, gelegenheid gehad, er over na te denken, of zij den plicht der dankbaarheid wel hadden betracht tegenover den man, die zich voor hen zooveel moeite had getroost. Gaarne was Huygens nu naar het vaderland teruggekeerd, maar hij had nog verschillende opdrachten te vervullen. Hij moest eerst in Fransche Comté een onderzoek instellen naar de verschillende goederen, die de Prins daar bezat. Over Grenoble, waar hij be leefdheden ontving van den hertog de Lesdiguières en diens zoon, HET LEVEN VAN CONSTANTTJN HUYGENS. TI?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 125