-
HOOFDSTUK XI.
1666-
Op de vreugde, die Huygens zal hebben gevoeld bij zijne terug
komst in het door hem zoo geliefd ’s Gravenhage en in zijn eigen
huis en bibliotheek, nu vermeerderd met een groot aantal boeken
en kunstwerken, door hem uit Frankrijk meegenomen, werd al
spoedig door verschillende omstandigheden een schaduw geworpen.
In Oranje begon het intrigeeren weer met nieuwen moed en bijna
niemand was den man dankbaar, die de bewoners bevrijd had van
de overmoedige soldatenbende. Men kon niet eens geld genoeg
bijeenbrengen, om den bevrijder een bewijs van dank aan te bieden,
en belasterde hem zelfs. Ook hinderde het Huygens zeer, dat
Chambéry en Aix reisde hij naar Genève, waar hij door een veertigtal
studenten werd begroet, en ging toen logeeren op Coppet, het land
goed, dat Dohna dicht bij die stad bezat. Vandaar maakte hij een
tochtje naar Bern. Met Dohna bezocht hij toen Salins in Franche-Comté
en Dole; bij het parlement in die stad was nl. een proces van den
Prins aanhangig. Huygens zette alleen de reis voort naar Besamjon,
waarvan de Prins Burggraaf heette, en bereikte Montbéliard en
daarna Bazel. Nadat hij Freiburg had bezocht, waar hij zich, evenals
te Bazel, moeite gaf om alles te bezien wat aan Erasmus herinnerde,
reed hij naar Breisach en ging van daar per schip naar Straats
burg. Hij bezocht daarna Spiers, trof te Mannheim zijn ouden
bekende, Karei Lodewijk, nu Keurvorst van de Palts, en werd door
dezen ook te Heidelberg vriendelijk ontvangen, waar Ezechiel
Spanheim zijn gids was in de omstreken. De reis ging verder over
Frankfort, Hanau en Schwallbach; in het Lahndal werd Dillenburg
met belangstelling bezichtigd. Te Mainz werd hij zeer beleefd
behandeld door den keurvorst, Johann Philipp von Schönborn,
evenals te Bonn door Maximiliaan Hendrik, aartsbisschop en keur
vorst van Keulen. En nu werd de tocht snel voortgezet door het
vaderland, totdat hij den Haag had bereikt, waar hij in het begin
van October aankwam, na juist vier jaren achtereen buiten ’s lands
te zijn geweest. Twee maanden na zijne aankomst werd de Scheve-
ningsche weg in gebruik genomen.
118
'i
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.