leger lijsten bij. En te midden van al het oorlogsrumoer werd de
tweede uitgave zijner Korenbloemen gedrukt. De bundel bevat,
behalve den inhoud der eerste uitgave, De Zeestraet, zeven nieuwe
boeken met Sneldicht en nog eenige andere verzenhij is versierd
met het meest bekende portret van Huygens, eene gravure van
A. Blotelingh naar het schilderij van Netscher. Het laatst geschreven
versje, dat werd opgenomen, is van 28 April. Tegen het einde van
October kon de dichter presentexemplaren van zijn werk aan zijne
vrienden aanbieden. En dat alles in oorlogstijd, terwijl het Fransche
leger in de buurt is en Huygens telkens tot den hem bekenden
Turenne en andere bevelhebbers het verzoek richt, zijn huis te
Zuilichem te sparen. Het maakt op ons een vreemden indruk, dat
tijdens den oorlog Huygens niet alleen kon blijven correspondeeren
met vrienden te Parijs, maar dat zelfs het brievenverkeer tusschen
den Haag en Oranje niet was stopgezet.
In dezen tijd voerde Huygens eene drukke briefwisseling met
Justus de Huybert, den secretaris der Staten van Zeeland. En hij
kwam weer in nauwere aanraking met Nicolaas Heinsius, den be
roemden zoon van zijn ouden vriend Daniel Heinsius. Heinsius Jr.
woonde, na jaren lang voor zijne studie en ook als diplomaat
buiten ’s lands te zijn geweest, stil te Vianen, waar hij zich geheel
aan wetenschappelijk werk wijdde. Huygens heeft in deze jaren
vele Latijnsche verzen aan hem gericht. Maar de drukste brief
wisseling voerde hij met Sébastien Chièze. Deze Franschman, die
een korten tijd lid van het Parlement van Oranje was geweest,
en in 1661 Huygens naar Parijs vergezeld had, werd in 1670 door
den Prins naar Madrid gezonden, om aan te dringen op het afdoen
der schuld, die de Koning van Spanje volgens een tractaat van
1647 op zich had genomen aan den Prins van Oranje te betalen.
Die schuld, waarvan nooit iets was afgelost, was nu door de rente
tot vele millioenen opgeloopen. Tot 1679 heeft Chièze te Madrid
vertoefd en is er in het najaar gestorven. Van al zijne vergeefsche
pogingen gaf hij trouw verslag aan Huygens in een groot aantal
brieven, die tot ons zijn gekomen. Hij was een aardige geestige
man, van wien ook de zoons van Huygens veel hielden en dien
zij dikwijls plaagden, wat hun vader ook kon doen.
Den 8sten September 1675 stond Huygens aan het sterfbed der
Prinses Douairière. Plet geluk, waarnaar zij zoo vele jaren had
1
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.
I24