I
1
dien hij zoo lang had gekend, stierf in 1678, zijne vrienden Frederik
van Dorp en Johan Maurits van Nassau in 1679, Nicolaas Heinsius
in 1681 en Joan van Reede het volgende jaar. Het werd eenzaam
om hem heen en het is te betwijfelen, of tal van kleinkinderen het
gemis van zoovele ouderen hebben kunnen vergoeden. En het werd
nog eenzamer, toen zijn oudste zoon en schoondochter, die sedert
hun huwelijk in 1668 bij hem hadden gewoond in het groote huis
aan het Plein, nu zij eene erfenis hadden gekregen, in Juni 1680
dat huis verlieten en eene eigen huishouding gingen opzetten. De
84-jarige dichter kon dat besluit begrijpen, maar het deed hem
leed. Het was nu uit met de gezellige avonden, wanneer er gepraat,
muziek gemaakt, prentkunst bekeken en gelezen werd. De oude
man bleef alleen. Maar hij richtte zijn leven anders in, was tevreden
en beschreef zijne leefwijze in het Cluyswerck. ’s Morgens is hij
voor ieder te spreken, die iets van den Prins verlangt, en brengt
daarna twee uren door in den Raad, die ook na den middag nog
een paar uren vergadert. Dan komt hij t’huis en vindt daar „spraeck
noch spreker”. Dikwijls laat hij zich voorlezen door iemand, die
ook vreemde talen kent Zijne materieele behoeften, die altijd ge
ring waren, zijn op zijn leeftijd nog eenvoudiger geworden, ’s Avonds
houdt hij zich bezig met lectuur zijne bibliotheek is de grootste
kamer van zijn huis met het maken van muziek op één der
vele instrumenten, die hij bespeelt, en met het bekijken van al het
prentwerk, dat hij verzameld heeft. Hij maakt wandelingen of rij-
toertjes in de omgeving van den Haag. En, evenals in zijnejonge
jaren, werkt hij nog veel aan de draaibank.
Spoedig kreeg hij weer gezelschap aan zijn Archimedes, maar
dat was om eene onaangename reden. Christiaan Huygens, die
sedert 1668 te Parijs woonde, was meermalen wegens ernstige
ziekte naar den Haag teruggekeerd en ook in 1681 door zijne
zuster Susanna en haar man Philips Doublet naar het vaderland
teruggebracht. Toen hij hersteld was, wilde hij gaarne zijne positie
daar weer innemen, maar door den dood van zijn beschermer
Colbert en den toenemenden geloofshaat in Frankrijk werd hij niet
teruggeroepen en bleef dus in den Haag. Andere dingen, die vader
Huygens wel moesten ergeren, waren voortdurende processen over
bedijking te Zuilichem en nieuwe onaangenaamheden, die zijn zoon
Lodewijk te Gorinchem ondervond, en die wel eindigden in zijn
HET LEVEN VAN CONSTANttjN HUYGENS.
127