L
Zie over dien catalogus De Navorscher, XXVII, blz. 330.
8) Vlg. Dr. S. G. de Vries in de Handelingen van het Tweede Neder-
landsche Philologen-congres, blz. 62.
3) Zie T. Morren in Haagsch Jaarboekje voor 1897, blz. 182 186.
bij de verkooping van zijn boekerij op 26 September 1701 kwamen
vele boeken onder den hamer, die zonder twijfel aan zijn vader
hadden toebehoord Huygens had er bijzonder op gestaan, dat
de handschriften van Lipsius, die hij in zijn bezit had, onverdeeld
in de familie zouden blijven; de kleinkinderen hebben zich niet
om dien wensch bekommerd en in 1722 alles op eene auctie in
den Haag verkocht; gelukkig is toen bijna die geheele collectie
in het bezit gekomen van de Leidsche bibliotheek 2). Hij had verder
bepaald, dat zijn geliefd Llofwijck gemeenschappelijk bezit zou
blijven en „noyt anders als bij gemeene toestemminge en sal mogen
worden gealieneert, ende sulx noch niet anders als uyt gebreck
van levens middelen, daer voor ick hope dat God haer alle ge-
nadighlyck sal beschermen”. Na zijn dood betrok Constantijn Jr.
het huis op het Plein, terwijl Christiaan op Hofwyck ging wonen,
waar hij in 1695 gestorven is. Door Lodewyk Huygens en zijne
vrouw werd het buitentje schandelijk verwaarloosd. En heel lang
is Hofwyck ook niet in de familie gebleven, want in 1750 werd
het door Huygens’ schatrijke achterkleindochter Susanna Louise
verkocht. In 1914 is het aangekocht door de vereeniging „Hofwyck”,
die wil trachten huis en tuin te restaureeren en er een Huygens-
museum te vestigen.
Wanneer men let op alles, wat in onzen tijd gedaan is, om
Huygens te leeren kennen, op de uitgaven van de meeste zijner
grootere gedichten met verklarende noten, op die van zijne Memoires,
Dagboek en Autobiographic, op het groote aantal studies over
hem geschreven, op de I luygens-tentoonstelling in 1896 gehouden,
op het borstbeeld van hem, op 4 September 1897 aan den Scheve-
ningschen weg onthuld, dan moet men wel tot het besluit komen,
dat in onzen tijd zijne nagedachtenis heel wat meer in eere is,
dan het geval was bij zijne naaste familiebetrekkingen.
Huygens is meermalen geschilderd en geteekend; in een inven
taris van 1785 worden twaalf portretten en een borstbeeld van
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.
130