5 kreeg hij vader de noten en intervallen aan de knoopen en dan nazingen en zich gemakkelijk en koos de Raad van Brabant, omdat zijn geslacht uit dat gewest stamde, en Breda, omdat hij zelf in de buurt geboren was en de stad eene heerlijkheid der Nassau’s was. Constantijn Huygens werd in de Hofkerk te ’s Gravenhage gedoopt. Daar Justinus van Nassau er niet op stond, dat de knaap zijn naam zou dragen, be sloot Christiaan Huygens, zooals hij aan burgemeesters en schepenen van Breda schreef, „ten aensien van U E. standtvasticheit ofte constantie in dese U E. benarde gelegenheitmijnen soon daervan een memorie te doen dragen in sijnen naem, dien ick van wegen ende om U E. aller vrome constancie, Constantinus oyck heb den naem gegeven, waermede ick hope, dat hy naemaels voor U E. onderdanich dienaer sal bekent wesen”. Na deze beide zoons kreeg het echtpaar Huygens nog vier dochters, Elisabeth (geb. 1598), die op 14-jarigen leeftijd stierf, Geertruyd (geb. 1599), Catharina (geb. 1601), gestorven toen zij 16 jaar was, en Constantia (geb. 1602). De familie bewoonde een huurhuis in de Nobelstraat. Maurits en Constantijn kregen de zorgvuldigste opvoeding, die men zich denken kan. Christiaan Huygens toch was niet alleen een zeer verstandig man, die veel van de wereld gezien had en warm voelde voor wetenschap en kunst, maar hij wijdde ook al zijn vrijen tijd aan zijne kinderen. Al spelende leerde hij hen op zeer jongen leeftijd lezen en keurig en correct schrijven. Zelfs op 80-jarigen leeftijd schreef Constantijn, als hij het er op gezet had, het fraaiste schoonschrift. De jongens leerden verder van hun van hun wambuis noten treffen. Zij leerden verder van hem sierlijk te bewegen en te dansen; toen een predikant, die op bezoek kwam, dat op hoogen toon afkeurde, van Vader Huygens den wind van voren. Toen hij zes jaar oud was, leerde Constantijn in korten tijd viool spelen van een Engelschman, die onder Marcelis Bax diende; twaalf jaren later nam hij die studie weer op. Op later leeftijd herdenkt hij nog, hoe hij als kleine jongen op een muziekpartijtje te Amsterdam, ten huize van Jean Louis Calandrini, in het bijzijn van Jan Pieterz. Sweelinck, terwijl hij viool speelde, van zijne muziek had opgekeken, den draad was kwijt geraakt en in tranen was uitgebarsten. Op zijn zevende jaar leerde Constantijn, te gelijk HET I.EVÉN VAN CONST ANTI JN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 13