158 zijn zeer Corn, van Cleeff (den sen Mei 1776) zijn stellingen tegen het be graven in de kerken en de steden verdedigd en een dergelijke aan houdende actie deed ten slotte een levendige belangstelling ontstaan, die ook in Den Haag steeds duidelijker tot uiting kwam. De reeds meergenoemde Adr. Kluit was door zijn veeljarige werkzaamheid in de Residentie hier geen onbekende, terwijl ook de Haagsche predikant Johs. van Spaan sterk tegen het ingekankerde misbruik ijverde. De ’s-Gravenhaagsche Courant van dien tijd deelt ons mee, hoe deze vooraanstaande patriot, die vooral enkele jaren later veel van zich zou doen spreken den 6en Aug. 1779 op „Kunstliefde spaart geen Vlijt”, daartoe in ’t Mauritshuis saam- gekomen, een dichterlijke redevoering hield, waarin hij de toen malige begraafwijze als gevaarlijk afschilderde. En toch zou ’t nog lang duren, eer de begraafplaatshygiënisten door ’t volk inderdaad begrepen werden en de zorg voor de ge zondheid een overwinning zou behalen op onverschilligheid en sleur. Lang toch had men reeds gewezen op dë steeds voortgaande vervuiling van den bodem, te gevaarlijker, naarmate de pompen, vooral de publieke of stadspompen, aan de kerkhoven nader grens den. Bij den St. Jacob was dat gevaar in niet geringe mate te duchten. Een druk bezochte pomp toch was die aan de Groen markt, die aan de Annastraat of en deze verdiende het eerst genoemd te worden de hooggeprezen pomp op de Riviervisch- markt, die nog in 1852 een bijkans spreekwoordelijke beroemdheid genoot, omdat aan dat water een wonderdadige werking werd toegeschreven door de vele vischverkoopers, die uit Scheveningen hun waren ten verkoop naar de hal vervoerden. 2) x) Hij verkreeg in 1787, misschien ook als gevolg van sterk geprononceerde patriottische neigingen, zijn emeritaat. 2) In de Raadsbezitting van den nden Mei 1852 gaf de Heer Varke- visser hoog op van „het overheerlijke water, dat de beide welpompen „der Riviervischmarkt opleveren. Het is niet genoeg”, zoo beweerde Z.E.A., „dat dat de visch levend uit zee wordt aangebracht; zij moet „daarna gereinigd worden en het is van zeer veel belang, welk water „daarvoor gebezigd wordt; de pompen der vischmarkt zijn daarvoor „bij uitnemendheid geschikt en er is zelfs nog een groot verschil in „de beneden- of bovenpomp: de eerste is wel geschikt, om de visch „te reinigen, doch de laatste voornamelijk, om de visch in de krimp „te zetten.” HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 166