o
164
jarige ballingschap in 1798 weergekeerd en sedert in Den Haag
gevestigd waren waar ze den 5611 en den 14e11 Nov. 1804, negen
dagen na elkaar, overleden, werden den 9en en den 17611 Nov.
van dat jaar op Ter Navolging begraven 2). En van meer recenten
datum is er de teraardebestelling van den beroemden staatsman
en historicus G. Groen van Prinsterer, die den igen Mei 1876 in
Den Haag overleed en te wiens eere tegenover den ingang een
monument werd opgericht.
Tegelijkertijd ongeveer, dat in Den Haag de werkzaamheden aan
de begraafplaats Ter Navolging in vollen gang waren, bleken ook
in Overijsel en Gelderland de geesten wakker geschud. In 1779
althans werden door enkele vooraanstaande Zwollenaren, gesteund
door den bekenden Gelderschen patriot J. D. van de Capellen tot
de Poll, destijds lid van de Staten van Overijsel, een verzoek tot
de Magistraat gericht om een particuliere begraafplaats buiten de
stad te mogen aanleggen. De aanvragers bereikten wellicht als
gevolg van de politieke spanning, nog verhoogd, nu een ijveraar
als Van de Capellen zich voor de zaak geïnteresseerd had hun
doel niet, doch de familie van den laatste legde daarna een eigen
begraafplaats aan op de Gorselsche heide 3), waar de heftige volks
vriend een jaar na zijn overlijden (6 Juni 1784) na voorloopig
in de kerk te zijn bijgezet werd ter aarde besteld.
Vrijwel terzelfder tijd kwam het Utrechtsche dorp Zuilen aan
de beurt, waar de Magistraat uit hygiënische overwegingen de
grafplaatsen in de kerk buiten gebruik had gesteld. De ambachts
heer van het dorp, W. R. van Tuyl van Serooskerken, die daartoe
krachtig had medegewerkt, stemde dermate met dien maatregel
in, dat hij den benoodigden grond voor de nieuwe begraafplaats
welwillend ter beschikking stelde en de „Oeconomische Tak” van
In 1800 in het achterhuis van Juffrouw Weber in de Spuistraat
(thans Peek en Cloppenburg), sedert Mei 1802 in de Herderinnestraat.
(Zie Dyserinck, Brieven, d.d. 8 Dec. 1800 en 28 Juli 1802).
2) In 1852 werd het overschot uit beider lijkkisten bijeen verzameld
en in een ander graf geborgen. Het monument, aan beider nagedachtenis
gewijd, dateert van 1895.
3) Dit mausoleum, in 1785 voltooid, werd in Sept. 1787 door het
opgehitst gepeupel ernstig bedreigd en, nadat de lijken inmiddels weer
in den grafkelder van de kerk te Gorsel in veiligheid waren gebracht,
den 7 Aug. 1788 met kruit opgeblazen.
HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.