VII.
Een omstandigheid, die zeker aan de zuiverheid van de atmospheer
in de kerken ten goede moest komen, was wel deze, dat de
Katholieken, sedert de voor begraven aangewezen bedehuizen voor
den Protestantschen godsdienst werden gebruikt, in 't algemeen
weinig voorliefde toonden, deze voor hun dooden als begraafplaats
te benutten. Weliswaar had de overheid nimmer hun rechten op
een grafplaats aangevochten en bleven de kerken en kerkhoven
in dat opzicht voor algemeen gebruik bestemd, doch, wat hoofdzaak
was: de kerkelijke wijding van de laatste rustplaats der dooden
ontbrak. Dit nu strookte niet met hun godsdienstige inzichten:
de Katholieken begeerden een graf in gewijde aarde.
De begraafplaats aan den Noordsingel nu beantwoordde in dat
opzicht dan ook evenmin aan hun eischen als de oude in en om
de kerken en alzoo openbaarde zich allengs meer het streven, uit
te zien naar een eigen, althans afzonderlijk terrein, dat met hun
denkwijs strookte.
Hoewel een strenge scheiding veelal niet mogelijk was, ver
kozen bijv, de Katholieken te Leiden (in de i8de eeuw althans)
het gewijde kerkhof van den H. Willebrordus te Oegstgeest, de
Katholieke Alkmaarders de begraafplaats op de oude klooster
terreinen te Egmond of die van de kapel van O. L. Vrouwe ter
Noot te Heiloo, terwijl de Katholieke Hagenaars gedurende dien
tijd steeds de voorkeur hadden gegeven aan ’t Kerkhof van (Oud-)
Eikenduinen.
Wie deze begraafplaats bezoekt, ziet er de ruïne van een wel
iswaar kleine, maar eertijds vrij aanzienlijke kerk, die aan de
Maagd Maria gewijd was. Toen na den opstand tegen Spanje de
openlijke uitoefening van den Katholieken godsdienst was verboden,
werden de kerken voor den Protestantschen eeredienst ingericht.
De geestelijke goederen werden in beslag genomen, doch, wijl
de inkomsten daarvan niet al te ruim vloeiden (voor oorlogsdoel
einden werd daarvan een deel verslonden, terwijl bij de registree-
ring bleek, dat tal van eigendommen door de rentmeesters waren
verduisterd en waarschijnlijk nooit zouden kunnen worden achter
haald), was het noodig, de zuinigheid te betrachten.
De Staten waren er daarom op bedacht, die kerken, welke een
HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.
I7I