kostbaar herstel behoefden en slechts even gemist konden worden, te doen afbreken. Dit lot had eerder reeds de talrijke kapellen in Den Haag getroffen, de kerk van het dorp Laren werd tot den grond toe afgebroken, terwijl de steenen voor versterking van de vestingwerken te Naarden werden gebruikt. Den 7en Juni 1580 besloten de Staten van Holland, dat ook de kapel van Eikenduinen „gedemoliert” zou worden, in aanmerking genomen „de groote kosten, die tot Eikenduynen met kleine vrugten „in het repareren van de Kercke aldaer gedragen soude moeten „worden en de bequame gelegenheyt van de plaetse en kercke „van Loosduynen.” De hierbedoelde Loosduinsche kerk was de kapel van het tijdens de troebelen deerlijk toegetakelde en sedert vervallen klooster aldaar en deze' nu zou, zoo besloten de Staten in dezelfde zitting, voor hernieuwd gebruik worden ingericht ten behoeve van de gezamenlijke bewoners van Eikenduinen en Loosduinen, welke laatsten vroeger kerkelijk onder Monster hadden behoord. Hoe weinig evenwel de „buyren” van Eikenduinen met dezen maatregel waren ingenomen, welke middelen ze aanwendden, om het eenmaal gevallen besluit vernietigd te krijgen en ten slotte aanboden een bedrag van 180, dat de Staten voor de vrijkomende materialen zagen uitgekeerd, te storten, hoe zelfs de kerkmeesteren en andere belanghebbenden hun toevlucht namen tot een lijdelijk ver zet en ’t den ontvanger van de geestelijke goederen Coolwijk bij’tregis- treeren der eigendommen en het innen der penningen zoo lastig moge lijk maakten, dat alles vertelt ons De Riemer in zijn standaardwerk. Doch hun pogen was vruchteloos en het kerkje werd dus in 1581 afgebroken, met uitzondering van den toren beneden de galmgaten en den aangrenzenden gevel, die nog in 1620 (althans volgens een plaatje van Rademaker in zijn „Oudheden en Gezigten” en bij Brouerius van Nidek en Le Long opgenomen) vrijwel in dien toestand zich bevonden, doch een eeuw later (blijkens de plaat bij De Riemer) reeds beduidend vervallen en toen ongeveer in den staat waren, waarin zich de ruïne thans bevindt. Doch met de afbraak van het oude kerkje was de geschiedenis van deze historische plek niet geëindigd Volgens Van LIeussen B In het laatst der 17e eeuw werd door de Katholieken van Eiken duinen opnieuw een kerk gesticht, welks pastoor bij de scheiding in HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN. I72

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 180