195
IX.
I
We zagen reeds, dat zelfs het energieke Fransche bewind van
1810’13 in den ouden sleurgang ten opzichte der begraafplaatsen
hier geen verandering had gebracht. En met de Restauratie zou
in dezen toestand van ergerlijke verwaarloozing der hygiënische
voorschriften nog steeds niet worden ingegrepen.
Een der eerste regeeringsdaden van den nieuwen Vorst was het
Kon. Besluit van den 22en Dec. 1813 (Staatscourant n°. 6), dat ten
doel had, in dezen onwettelijken toestand eenige verandering te
brengen. „In aanmerking nemende, dat de prohibitieve bepalingen
steden der Republiek verspreidden. Alexander Polak, de eerste
Haagsche Jood, die het burgerrecht verkreeg (1675), was eveneens
één dier uitgewekenen en met hem vestigden zich blijkbaar velen
zijner geloofsgenooten in Den Haag, waar de Joodsche gemeente
tot aanzien en bloei werd gebracht, zoodat deze weldra voldoende
draagkracht bezat, om zich de uitgaven voor het aanleggen van
een eigen begraafplaats te kunnen getroosten. (D. Veegens. Med.
der Vereeniging tot beoef. der Gesch. van ’s Gravenhage II 175).
Weliswaar verkregen zij dit stuk duingrond, dat later herhaaldelijk
werd vergroot, slechts in erfpacht, doch in 1847 werd de kerkelijke
gemeente eigenaar van het geheele terrein. (Van Zuiden, De Hoog-
duitsche Joden, bl. 81).
Men kan dus zeggen, dat op het eind der 17e eeuw de drie
godsdienstige hoofdgroepen in Den Haag, de Protestanten, de
Katholieken en de Joden in hoofdzaak ieder een afzonderlijke be
graafplaats hadden, de Joden aan den Scheveningschen weg, de
Katholieken op (Oud) Eikenduinen, de Protestanten op de algemeene
rustplaats in of bij de kerken, waarbij daarna voor de laatste en
talrijkste groep nog konden worden gerekend de begraafplaats
aan den Noordsingel en die bij den Scheveningschen weg (Ter
Navolging) en voor Scheveningen het oude kerkhof, dat aldaar
het bedehuis omgaf.
En deze toestand bleef tot in de 19e eeuw bestendigd. Voorbeeldig
moge hij al niet genoemd worden, gunstig steekt hij af bij dien in
vele andere steden, waar de begraafplaatsen vaak nog geheel in ’t
dichtstbebouwde deel, in ’t centrum der stad gevonden werden.
HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.