1
I
a
gegeven aan B.
de Raadszitting
deden waren
het ingekomen verzoek hadden kennis-
Den Haag en die op hun beurt in
Oct. 1828 daarvan mededeeling
Natuurlijk gold het financieel bezwaar hier in niet geringe mate
en de Pastoors richtten zich dan ook in een request tot Ged. Staten
met het verzoek, dat de Katholieken wegens den aanleg van hun
eigen begraafplaats zouden worden vrijgesteld van de verplichting,
hun belastingpenningen te moeten offeren voor de te stichten alge-
meene, waarvan ze geen gebruik zouden maken. Op welke wijze
Hun Eerw. de specifieering van dien aanslag zich dan dachten,
blijkt uit dat adres niet.
Gedeputeerden, die van
en W. van
van den 29e11
van oordeel, dat aan het verzoek, in dit request
vervat, niet kon worden voldaan, doch brachten tevens adressanten
onder het oog, dat een dergelijk officieel stuk bovendien niet had
mogen uitgaan van de Pastoors der vier parochies, als vormende
geen erkend administratief lichaam, maar van de R. K. kerkbe
sturen gezamenlijk.
Teneinde nu voor het vervolg deze klip te ontzeilen, werd den
i^en Dec. 1828 geconstitueerd een „Commissie voor den Aanleg
en het Beheer der R. K. begraafplaats” we spreken hier later kort
heidshalve van de „Commissie” waarin, naast de Pastoors der
vier parochies J F. Sem, A. Lochman, H. Tomas en J. Cörvers,
als vertegenwoordigers uit de Kerkeraden zitting hadden de Heeren
M. D. Hondebeek Heerkens, Raadsheer aan ’t Hoog Gerechtshof,
N. van Griensven, Lid van de Alg. Rekenkamer, A. Tollus, archi
tect en N. Schrant, solliciteur.
Terstond trok de Commissie aan den arbeid. De eerste werk
zaamheid (Januari 1829) betrof het uitzien naar een geschikt terrein,
dat niet te laag, doch dat evenmin te ver van de stad verwijderd
lag. Een stuk duingrond van den heer Haring aan gene zijde van
het reeds genoemde proefveld, dat voor de niet te hooge som van
f 2000 beschikbaar was, scheen wegens den grooten afstand minder
verkieslijkeen stuk weiland aan de Laan van Schuddegeest (Java-
straat), dat de toenmalige eigenaar Meershoek voor 5500 ter
beschikking stelde, bleek niet alleen te hoog geprijsd, doch tevens
minder aan te bevelen wegens de vele onkosten, die een nood
zakelijke ophooging meebracht. Een derde terrein, waarover de
Commissie zeer gaarne de beschikking zou hebben verkregen, dat
HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.
203
I