f
van hen,
II
„der maQonnerie, door wie met groote inspanning ten huidigen
„dage beproefd wordt, om het heidensche gebruik van menschen-
„lijken-verbranding weder in te voeren” (Mr. S. Gratama, Begrafenis
wet I116).
Maar leverden ook de „Berichten en Mededeelingen” der Ver-
eeniging voor Lijkverbranding een voortdurend krachtig pleit voor
haar streven, de beste propaganda voor haar idéé was wel de
wijze, waarop hier en elders oude begraafplaatsen werden geslecht
en bij gebrek aan ruimte de graven, die na verloop van den
wettelijken termijn van 10 jaren werden geruimd, voor hernieuwd
gebruik werden ingericht. Bij dat laatste hadden zich (te Amsterdam
o.a. Zie B. en M. der Vereeniging 1877—68) soms stuitende tooneelen
voorgedaan.
Van iets soortgelijks kon Den Haag getuige zijn, niet alleen,
wanneer op het Kerkplein (het oude St. Jacobskerkhof) werkzaam
heden in den bodem werden verricht, maar vooral ook en op
groote schaal, toen in April 1883 het oude Noorderkerkhof werd
geslecht, om als bouwterrein te dienen voor de te stichten Open
bare School aan den Noordwal. Walgelijke tooneelen speelden zich
daar af, toen de werklieden bezig waren, den bovengrond weg te
voeren en in schuiten te kruien. Allerlei lijkresten kwamen er in
groote menigte voor den dag, „kinderen vermaakten er zich mede,
„tot zelfs de honden liepen weg met de overblijfselen van mensche-
„lijke geraamten”, zoo schreef het „Dagblad van Zuid-Holland en
’s Gravenhage” van den 2en April 1883.
Had de regeering sinds lang toegestaan, dat de lijken
voor wie zulks werd verlangd, ter crematie naar Duitschland
werden gezonden, ze bleek ongeneigd, om de begrafeniswet naar
den geest des tijds de wijzigen, zooals herhaaldelijk en met klem
door de „Vereeniging” was verzocht.Doch sedert op den ien April
1914 in ’t Crematorium te Driehuis (gem. Velsen) de eerste ver
branding geschiedde (Dr. C. J. Vaillant te Schiedam, één der op
richters der Vereeniging) en de beide daarvoor aansprakelijke
personen, Mr. M. J. Meyer, exécuteur-testamenteur, en Dr. P. K.
van Lissa te Den Haag, Alg. Secr. der Vereeniging, die de crematie
Te Parijs ging- in 1888 zelfs de overheid vóór door de stichting
van een tweetal lijkovens op Père-la-Chaise.
HAAGSCHE BEGRAAFPLAATSEN.
214