23sten Jan. 1621 vertrok hij naar Londen als secretaris van een
gezantschap, plechtig vaarwel gezegd door Hooft met het sonnet
Behouden reis naer Engeland.
Zoo bezocht Huygens dan Engeland voor de tweede maal, thans
als officieel persoon. Het gezantschap bestond uit zes leden der
Staten-Generaalhet had de opdracht, den Koning er op te wijzen,
dat Spanje’s macht door den in Duitschland bestaanden toestand
steeds grooter werd, en hem aan te sporen de Protestanten te
helpen. Maar er werd niets bereikt; Jacobus I zon op middelen,
om een huwelijk tot stand te brengen tusschen zijn zoon, den
lateren Karel I, en eene Spaansche prinses, en liet daarom de
Protestanten en zijn schoonzoon Frederik V van de Paltz, die pas
als Koning van Boheme onttroond was, in den steek. Er werden
dus van zijn kant slechts vage beloften gegeven en uitvluchten
gezocht tegenover de gezanten, die ook waarlijk niet opgewassen
waren tegen Engelsche staatslieden; zij kenden nauwelijks eene
vreemde taal en waren niet in staat een eenigszins lastig stuk op
te stellen. De secretaris kreeg al het werk te doen en moest dan
nog bovendien, als de heeren ’s middags aan tafel zaten, aan het
hoofd der jonge edelen, die het vleesch opdroegen, de eetzaal
binnentreden.
Gedurende zijn tweede verblijf in Engeland kwam Huygens veel
aan huis bij Cecyl, bij Dr. Mayerne, een beroemd geneesheer, die
met eene Hollandsche vrouw getrouwd was, en bij de weduwe
van sir Ralph Winwood. Hij leerde er verder Raphael Thorius
kennen, een dokter, die tevens Latijnsch dichter was, en Cornelis
Drebbel, den wonderman, die allerlei uitvindingen had gedaan en,
na lang in Weenen geleefd te hebben, zijne laatste levensjaren in
Engeland doorbracht.
Den 3osten April keerde Huygens met het gezantschap naar
den Haag terug. In Mei schreef hij een huwelijksdicht voor zijn
vriend Cesare Calandrini en in den zomer van 1621 bracht hij met
zijne geheele familie drie weken te Amsterdam door. Nu werd de
kennismaking met Anna en Tesselschade Roemers hernieuwd en
aan Hooft een bezoek gebracht op het slot te Muiden. In het najaar
voltooide Huygens het uitgebreide gedicht Batava Tempe, Dat is
't Voorhout van 's Gravenhage, waaraan hij in den zomer begonnen
was. In zijn gedicht bezingt Huygens, die dweepte met zijne ge-
HET LEVEN VAN CONSTANT1JN HUYGENS.
20