49
waarmede men gekomen was, viel den vijand in handen. De aan
val op Antwerpen moest natuurlijk worden opgegeven en, nadat
het leger weer uit de garnizoenen was aangevuld, trok de Prins
in Augustus door Brabant en Gelderland naar Geldern en sloot het
stadje in. Maar ook hier vervolgde hem het ongeluk. Graaf Hen
drik van Nassau, die zich bij het hoofdleger moest voegen, werd
door den Kardinaal Infant aangevallen en verloor zijn geschut,
dat in de klei bleef steken, terwijl vele hoofdofficieren gevangen
werden genomen. Den 14de!! October kwam Huygens in den Haag
terug na den ongelukkigsten veldtocht, dien hij ooit had meege
maakt, en waarin zijn vriend kolonel Calvart zoo ernstig gewond
was, dat hij enkele maanden later overleed.
Had hij uit de legerplaats bij Grave aardige versjes gericht aan
zijne beide oudste jongens, die al ijverig Latijn leerden van hun
nieuwen gouverneur Hendrik Bruno, in December voltooide hij
een nog al uitvoerig gedicht met den titel Naeniae tTrifiixTai in
morte uxoris dilectissimae.
Intusschen had Huygens zijne natuurkundige studiën niet op
zijde gezet, maar zelfs in de laatste jaren eene drukke briefwisse
ling gevoerd met Descartes. De groote geleerde, die eene verbe
tering zocht voor microscopen en verrekijkers, had theoretisch
den vorm gevonden van oppervlakken, welke in staat zijn even
wijdige of van één punt uitgaande lichtstralen in een enkel punt
te vereenigen. De lenzen moeten volgens zulke vlakken afgeslepen
worden, en Descartes had daarvoor een werktuig bedacht, nl. een
beitel, die, genoodzaakt zich volgens eene hyperbool te bewegen,
stalen mallen uitsneed, welke gebruikt werden om den cylindrischen
rand van een rad hyperbolisch uit te hollen en telkens de juiste
gedaante terug te geven. Tegen dien rand werden de lenzen, op
het uiteinde van de as eener draaibank bevestigd, aangedrukt,
terwijl het rad langzaam draaide en beneden in een bak met slijp-
poeder dompelde. Het kwam er echter op aan, dit mechanisch uit
te voeren. De pogingen van een draaier waren reeds mislukt, maar
Huygens zond nu „une hyperbole soigneusement marquée de ma
main de quelques 14 poulces pour les points bruslants” aan de
draaier te Amsterdam en had goede verwachting van den uitslag.
De lens kwam gereed en leek Huygens goed, maar Descartes
zond haar terug met eene eigenhandig geteekende hyperbool, die
4
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.