Huygens nu naar den draaier zond. Ook deze proef is mislukt. Huygens meent, dat de gewone draaibank niet voor dit werk ge schikt is, maar men zal te Amsterdam glazen prisma’s laten maken, het brekend vermogen zal worden bepaald, de jonge Van Schooten eene nauwkeurige hyperbool teekenen en Huygens zal zorgen, dat de draaier de lens nauwkeurig afwerkt. Descartes bezoekt in- tusschen den draaier en spreekt met hem af, dat er een houten model van de machine zal worden gemaakt. Als het klaar is, moet Huygens hem waarschuwen. Van elders blijkt, dat de pogingen niet geslaagd zijn. Wel is de machine om stalen mallen te maken vervaardigd, maar men kon met behulp dier mallen het rad niet zoo juist afwerken, dat men er eene regelmatige lens mede kon slijpen. Ook in andere opzichten trachtte Huygens zijn hooggeschatten vriend van nut te zijn; hij geeft hem raad bij het uitgeven van zijn Discours de la Methode, biedt aan te helpen bij het corrigeeren der drukproeven en zorgt telkens voor het verzenden van ge schriften en boeken, door Descartes naar Frankrijk gezonden ol aan hem vandaar geadresseerd. Descartes van zijn kant voldoet aan zijn verzoek, om voor hem op drie bladzijden de grondslagen der mechanica en hunne toepassing op de vier of vijf voornaamste werktuigen uiteen te zetten, en Huygens dringt er op aan, dat de ander zijne denkbeelden zal uitwerken en uitgeven. Nog een andere deels wetenschappelijke, deels practische quaestie hield hem in dezen tijd bezig. Galilei had zich in 1635 gewend tot de StatenjGeneraal, om hun zijne uitvinding van de lengtebepaling met behulp der verduisteringen van de satellieten van Jupiter aan te bieden, en de Staten benoemden n Nov. 1636 Willem Jansz. Blaeu, den beroemden aardrijkskundige, Reael en Hortensius, pro fessor in de wis- en sterrenkunde te Amsterdam, tot leden eener commissie, om Galilei’s voorstel te onderzoeken. Zij vereerden Galilei wel bij voorbaat met een gouden ketting en penning, maai er bleken nog bezwaren te zijn bij de toepassing der methode en en dit gaf aanleiding tot langdurige onderhandelingen. Gedurende deze wendde Elias Diodati, die voor Galilei de briefwisseling voerde, zich tot Huygens en verzocht hem om zijne medewerking en hulp. Huygens was bekend met het wetenschappelijke vraag stuk en hield Diodati op de hoogte van hetgeen er hier te lande voor de zaak gedaan werd. Hij wendde zijn invloed aan bij vele HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS. 50

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 58