53 HOOFDSTUK VI. 1640 1644. Huygens, dié den 3de11 Mei met den Prins uit den Haag was ver trokken, verlangde meer dan ooit naar huis, waar hij al spoedig na zijne terugkomst (12 Oct.) ziek werd. In December kocht hij een stuk land bij Voorburg, waar hij „een Huysken van Vertreck, in tijde van siekte ende anderssins, soude mogen timmeren ende beplanten”; in de volgende jaren heeft hij die bezitting uitgebreid en er toen eene buitenplaats van ge maakt, waaraan hij den naam Hofwijck heeft gegeven. In den winter van 1639 op 1640 hield Huygens zich bezig met eene quaestie, die den eeredienst in de Protestantsche Kerk raakte. Hier te lande werd het orgel tijdens de godsdienstoefening niet bespeeld, maar wel na het eindigen ervan. Ook werden er somtijds ’s avonds in de week orgelconcerten gegeven, waarbij het publiek zich niet altijd stichtelijk gedroeg. Nu waren er in den laatsten tijd stemmen opgegaan, om daarin verandering te brengen. Terwijl aan den eenen kant Voetius het gebruik van het orgel, althans bij de godsdienstoefening, geheel wilde afschaffen, waren aan de andere zijde velen er voor, om het kerkgezang door het orgel te doen begeleiden, en in enkele steden wisten zij dat door te drijven. Bij de laatsten sloot Huygens zich aan en schreef een tractaat met den titel Ghebruyk en onghebruyk van ’t orgel in de Kercken der Vereenighde Nederlanden, waarin hij de quaestie zeer zaakrijk be handelt en er voor pleit, het orgel te gebruiken voor het begeleiden van het kerkgezang. Het is niet vreemd, dat Huygens in deze zaak partij koos en een krachtig woord deed hooren. Hij was een innig geloovig man en een trouw kerkbezoeker. Maar hij was tevens zeer muzikaal en een groot muziekliefhebber. Wat moet het jammerlijk slechte kerkgezang hem hebben gehinderd! Wij doen ons best, zegt hij, „in wereldlicke vergaderinghen” en „in ons huisgezin” „alles be- tamelick ende ordentlick” te doen, en moeten wij nu „eene onlijde- licke onachtsaemheid blijcken laten in ’t singen van die Gebeden ende Lofsangen, die ons de heilige Dichters derselve met soo HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 61