57
4
vorst zou aansporen, alle middelen in het werk te stellen voor
zijne verkiezing in Groningen en Drente. Of Huygens den Prins
daartoe heeft opgewekt, blijkt niet; deze was trouwens meestal
voorzichtig in de politiek en stelde zijn eigen belang dikwijls niet
sterk op den voorgrond. Toen Frederik Hendrik eerst in Drente
en, na het gewone gehaspel tusschen Stad en Ommelanden, den
gisten October ook in Groningen tot stadhouder was benoemd,
reisde hij den róden November naar de beide provincies om zich
daar te doen inhuldigen. Huygens was in zijn gevolg en maakte
den tocht mee, die moeilijk was in dit slechte jaargetijde langs de
slechte wegen, welke men in der haast nog getracht had eenigs-
zins te verbeteren. Te Grontngen bracht Huygens o.a. een bezoek
aan den bekenden professor in de godgeleerdheid Gomarus en
kwam den 5den December met den Prins in den Haag terug.
Het huwelijk van Prins Willem met Maria Stuart gaf door de
langdurige onderhandelingen ook aan Huygens heel wat drukte.
Die onderhandelingen toch, in 1639 door Heenvliet namens den
Prins begonnen, later met de medewerking van Joachimi, Francois
van Aerssen en Brederode voortgezet, duurden tot het voorjaar
van 1641 en vorderden van Huygens veel tijd en moeite, hoewel
zij eigenlijk, omdat het familiezaken betrof, niet tot zijn departe
ment behoorden. En, schreef hij later, terwijl het een lastig werk
is „de faire de ces fascheuses reparties a Roix et a Reynes et
autres grands, qui en effet ne disent rien et doibvent estre enfilées
d’une suite de paroles d’aussi difficile recherche, que la matiere en
est vaine et sterile je me trouvay en mesme temps le secretaire
de Pere, de Mere et de Fils, qui de jour a autre avoyent besoin
chacun de douzaines de cette sorte de lettres dont je viens de
parler, sans que pour beaucoup de temps il me fust permis d’y
employer autre que ma propre main”. Op het huwelijk van de beide
kinderen, dat den i2den Mei 164! met zoo eigenaardige ceremoniën
in Engeland werd gesloten en dat hier te lande heel wat dicht
vuur heeft aangeblazen, heeft Huygens alleen een klein Latijnsch
versje geschreven, maar uitvoerig beantwoordde hij in dezelfde
taal de huwlijksdichten der Oxfordsche geleerden en studenten en
herdacht daarbij zijn bezoek aan de beroemde universiteit in het
jaar 1622. Van zijne overige verzen, in 1641 geschreven, zijn hier
te vermelden die van de serie Varia suppellex en de twee gedich-
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.