6o
geweest, en eene Hollandsche moeder. Utricia was te Utrecht ge
boren, van welke stad haar vader gouverneur was, en genoemd
naar hare geboorteplaats. Zij had eene buitengewoon mooie, maar
ongeschoolde stem: Huygens leerde zijne „dear and mostworthie
scholier” zingen en was verrukt over haar talent. Hij heeft haar
in vele gedichten bezongen, liederen voor haar gecomponeerd en
aan haar opgedragen en is tot haar dood toe, ook toen zij met
haar echtgenoot Swann, met wien zij in 1645 gehuwd was, te
Hamburg woonde, in briefwisseling met haar gebleven.
Toen Huygens in Mei 1642 te Amsterdam was, had hij beloofd
in het najaar Muiden te komen bezoeken. Die belofte heeft hij niet
vervuldmisschien heeft de dood van zijn broeder hem den moed
tot dat bezoek benomen. Maar den i4<len April 1643 kwam hij
te Muiden met Anna de Hertoghe van Osmael, weduwe van
Willem van Treslong, hare schoonzuster Leonora van Treslong,
Barlaeus en Wicquefort; ook Tesselschade en Jan Vos waren
van de partij. Men bracht een paar prettige dagen met elkander
door en genoot o. a. van het mooie zingen van Mevrouw Treslong.
Zoodra Huygens met zijne Haagsche reisgenooten was terugge
keerd, schreef hij op nieuw eene Verbintenis, dat men het volgende
jaar zou terugkomen.
De veldtocht van 1643 leverde weder weinig merkwaardigs op;
het plan om Hulst te belegeren moest worden opgegeven en de
Prins bepaalde zich er toe een Spaansch leger in Vlaanderen vast
te houden en daardoor de Franschen gelegenheid te geven Thion-
ville in te nemen. Een schitterend ruitergevecht, waarin de jonge
Prins Willem den 4<ien September bij Wouw eene belangrijke
nederlaag aan de Spanjaarden toebracht, was het slot van den
veldtocht. Reeds den roden September kreeg Huygens vrijaf en
genoot het nog nooit ondervonden voorrecht, om met zijne vijf
kinderen veertien dagen achtereen rustig op zijn huis te Zuilichem
te vertoeven.
Waarschijnlijk met het oog op de uitgave der Momenta desultoria,
zooals de titel zou zijn, heeft Huygens in de jaren 1642, 1643 en
1644 een groot aantal Latijnsche gedichten geschreven. In 1643
schreef hij de series Homo en Haga vocalis en het volgende jaar
de Tricae morales; zij zijn alle in den zoo even genoemden bundel
opgenomen.
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.