van zijne drukke ambtsbezigheden, zijne groote corre- zijne belangstelling in alles, wat er voorviel op en op kunstgebied, vond Huygens den tijd, om nauwgezet acht te slaan op de opvoeding zijner kinderen, van hunne geboorte af, teekende In de jaren 16401644 bleef Huygens geregeld in briefwisseling met Descartes, terwijl de correspondentie met den Franschen ge leerde, pater Mersenne, belangrijk toenam. Ook met Rivet, die voortdurend eene heftige polemiek voerde tegen Grotius en Mille- tière, en met Bannius, die eene nieuwe theorie der muziek ingang trachtte te doen vinden, was hij in druk verkeer. Terwijl hij de vriendschap aanhield met de Zuid-Nederlandsche geleerden Puteanus en Tuldenus, kwam hij nu ook in briefwisseling met twee zijner verre verwanten in die streek, nl. met Marie Lansame, de weduwe van Martin Snouckaert, heer van Somerghem, die te Gent woonde, en met Guillaume de Bie, griffier der financiën te Brussel. Was hij in de vorige jaren in correspondentie geweest met Rembrandt over schilderijen, die Honselaersdijk zouden versieren, thans staat hij in verbinding met de schilders Willeboirts en Honthorst met er onderhandelingen zijn gevoerd over een van den jongen graaf van Egmond, Prins van Gavre, van Frederik Hendrik, waarbij Huygens hetzelfde doel. Dat huwelijk met de oudste dochter één der tusschenpersonen was, blijkt uit brieven van de jaren 1641 en 1642. In weerwil spondentie en wetenschappelijk zeer Alles, wat er met hen gebeurde hij nauwkeurig aan, de kinderziekten, die zij doormaakten, den tijd, dat zij een of ander begonnen te leeren en hunne vorderingen hij heeft dat volgehouden, totdat zij tot de jaren des onderscheids waren gekomen. De kinderen hadden een gouverneur en kregen verder les van bekwame vakmeesters. Als Huygens in de leger plaats was, moest de gouverneur hem voortdurend op de hoogte houden en hem in alles raadplegen. Zoodra de jongens een beetje Latijn kenden, moesten zij hem Latijnsche briefjes schrijven, zooals hij zelf in zijne jeugd ook gedaan had. Eén der eerste dingen, die zij leerden, was zingen, en toen de beide oudsten tien jaar waren, zongen zij al op de muziekavonden, die eens in de week bij hun vader aan huis waren. Later leerden zij het zingen metho disch, terwijl zij ook les kregen op de viola de gamba, de luit, welk instrument zij leerden bespelen door Jeronimus van Someren, 6i HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 69